◄ 94:8
Verhandeling 94
94:10 ►

Het onderricht van Melchizedek in het Oosten

9. De verbreiding van het Boeddhisme

94:9.1

Het Boeddhisme bloeide omdat het verlossing bood door geloof in de Boeddha, de verlichte. Het gaf een beter beeld van de waarheden van Melchizedek dan enig ander religieus systeem dat waar dan ook in Oost-Azië wordt gevonden. Maar het Boeddhisme raakte als godsdienst pas wijdverbreid, toen het als zelfbescherming was omhelsd door de monarch Asjoka die van een lage kaste was, en naast Ichnaton in Egypte, een van de opmerkelijkste niet-militaire heersers tussen Melchizedek en Michael. Asjoka bouwde een groot Indisch rijk op door de propaganda van zijn Boeddhistische zendelingen. Gedurende een periode van vijfentwintig jaar leidde hij meer dan zeventienduizend zendelingen op, die hij naar de verste grenzen van de gehele bekende wereld uitzond. Hij maakte het Boeddhisme in één generatie tot de heersende godsdienst van de halve wereld. Het schoot wortel in Tibet, Kashmir, Ceylon, Birma, Java, Siam, Korea, China en Japan. En in het algemeen gesproken was het als godsdienst oneindig superieur aan de religies die het verdrong of vooruit hielp.

94:9.2

De verbreiding van het Boeddhisme vanuit zijn geboorteland in India over geheel Azië, vormt een van de opwindende verhalen over de geestelijke toewijding en zendingsvolharding van oprechte gelovigen. De leraren van het evangelie van Gautama trotseerden niet alleen de gevaren van de karavaanroutes over land, maar zagen ook de gevaren van de Chinese Zeeën onder ogen toen zij hun missie volbrachten over het gehele Aziatische continent, en daarbij aan alle volkeren de boodschap van hun geloof brachten. Maar dit Boeddhisme was niet meer de eenvoudige leer van Gautama: het was het mirakuleus gemaakte evangelie waarin hij tot een god verheven was. En hoe verder het Boeddhisme bij zijn verbreiding verwijderd raakte van zijn thuisland in de bergen van India, des te meer begon het af te wijken van de onderrichtingen van Gautama, en te lijken op de godsdiensten die het verdrong.

94:9.3

In latere tijden werd het Boeddhisme sterk beïnvloed door het Taoïsme in China, door Shinto in Japan en het Christendom in Tibet. In India verdorde en stierf het Boeddhisme na duizend jaar eenvoudig af. Het werd gebrahmaniseerd en maakte later moedeloos plaats voor de Islam, terwijl het in grote delen van de rest van het Oosten degenereerde tot een ritueel dat Gautama Siddhartha niet zou hebben herkend.

94:9.4

In het zuiden hield het fundamentalistische stereotiepe beeld van de leringen van Siddhartha stand in Ceylon, Birma en het Indo-Chinese schiereiland. Dit is de Hinayana richting in het Boeddhisme, die de vroege of asociale leer aanhangt.

94:9.5

Maar zelfs nog voor de ineenstorting in India waren de Chinese en Noord-Indische groepen van Gautama’s volgelingen reeds begonnen de Mahayana-leer te ontwikkelen van de ‘Grote Weg’ tot verlossing, in tegenstelling tot de puristen in het zuiden, die zich aan de Hinayana, of ‘Kleine Weg’ hielden. Deze Mahayanisten nu maakten zich los van de sociale beperkingen die inherent waren aan de Boeddhistische leer, en sindsdien is deze noordelijke richting van het Boeddhisme zich in China en Japan steeds blijven ontwikkelen.

94:9.6

Het Boeddhisme is heden ten dage een levende, groeiende religie, omdat het erin slaagt veel van de hoogste ethische waarden van zijn aanhangers te bewaren. Het bevordert kalmte en zelfbeheersing, vermeerdert sereniteit en geluk, en draagt er veel toe bij om verdriet en rouw te voorkomen. Zij die in deze filosofie geloven, leiden betere levens dan velen die dit niet doen.


◄ 94:8
 
94:10 ►