◄ 94:0
Verhandeling 94
94:2 ►

Het onderricht van Melchizedek in het Oosten

1. Het onderricht van salem in het Vedische India

94:1.1

In de dagen van Melchizedek was India een kosmopolitisch land dat kort tevoren onder de politieke en godsdienstige overheersing was gekomen van de Arisch-Anditische invallers uit het noorden en westen. In deze tijd waren de Ariërs alleen nog op grote schaal tot de noordelijke en westelijke delen van het schiereiland doorgedrongen. Deze Vedische nieuwkomers hadden hun vele stamgoden met zich meegevoerd. Hun religieuze vormen van verering volgden getrouw de ceremoniële gebruiken van hun vroegere Anditische voorvaderen, in de zin dat de vader nog steeds als priester fungeerde en de moeder als priesteres, en dat de huiselijke haard nog steeds als altaar werd gebruikt.

94:1.2

De Vedische cultus was toen bezig zich uit te breiden en van gedaante te veranderen onder aanvoering van de Brahmaanse kaste der leraar-priesters, die geleidelijk de leiding over het zich uitbreidende ritueel van godsverering aan zich trokken. De samensmelting van de vroegere drieëndertig Arische godheden was in volle gang toen de zendelingen uit Salem tot het noorden van India doordrongen.

94:1.3

Het polytheïsme van deze Ariërs was een vorm van degeneratie van hun vroegere mono- theïsme, die was veroorzaakt door hun uiteenvallen in stam-eenheden, waarbij iedere stam zijn eigen godheid ging vereren. Deze verbastering van het oorspronkelijke monotheïsme en het trinitietsgeloof van het Anditisch Mesopotamië, was in de eerste eeuwen van het tweede millennium voor Christus op weg naar een nieuwe synthese. De vele goden werden samengebracht in een pantheon onder het drieënig leiderschap van Dyaus pitar, de heer des hemels, Indra, de stormachtige heer van de atmosfeer, en Agni, de driehoofdige vuurgod, de heer van de aarde en het rudimentaire symbool van een eerder Triniteitsbegrip.

94:1.4

Ontwikkelingen die duidelijk in de richting van het henotheïsme gingen, baanden nu de weg voor een geëvolueerd monotheïsme. Agni, de oudste godheid, werd dikwijls verheven tot vader-hoofd van het gehele pantheon. Het principe van de vader-godheid, soms Prajapati genaamd en soms Brahma, ging ten onder in de theologische strijd die de Brahmaanse priesters later met de leraren uit Salem voerden. Het Brahman werd opgevat als het principe van energie-goddelijkheid dat het gehele Vedische pantheon activeerde.

94:1.5

De zendelingen uit Salem predikten de ene God van Melchizedek, de Allerhoogste des hemels. Hun afschildering was niet geheel in tegenspraak met het opkomende denkbeeld van de Vader-Brahma als de bron van alle goden, maar de leer van Salem was niet ritualistisch en ging dientengevolge regelrecht in tegen de dogma’s, tradities en leringen van het Brahmaanse priesterdom. Het onderricht uit Salem over redding door geloof, begunstiging door God los van ritualistische gebruiken en offerceremoniën, zou door de Brahmaanse priesters nooit aanvaard worden.

94:1.6

De verwerping van Melchizedeks evangelie van vertrouwen in God en redding door geloof betekende een wezenlijk keerpunt voor India. De zendelingen uit Salem hadden er sterk aan meegewerkt dat de mensen steeds minder in alle oude Vedische godheden geloofden, maar de leiders, de priesters van het Vedisme, weigerden de leer van Melchizedek van één God en één eenvoudig geloof te aanvaarden.

94:1.7

In een poging om de leraren uit Salem te bestrijden, maakten de Brahmanen een selectie uit de heilige geschriften van hun tijd, en in een later herziene vorm is deze verzameling tot aan de tegenwoordige tijd overgeleverd als de Rig-Veda, een van de oudste heilige boeken. De tweede, derde en vierde Veda’s volgden toen de Brahmanen hun rituelen van aanbidding en offerande vaste vorm trachtten te geven, te formaliseren en aan de volken van hun dagen trachtten op te leggen. Op hun best evenaren deze geschriften ieder ander corpus van gelijke aard wat betreft de schoonheid van de ideeën en de waarheid van de opvattingen die erin zijn verwoord. Maar naarmate deze superieure religie besmet raakte met de vele duizenden vormen van bijgeloof, culten en rituelen van Zuid-India, veranderde zij meer en meer van gedaante, totdat zij het meest gevarieerde theologische stelsel was geworden dat ooit door stervelingen is ontwikkeld. Een onderzoek van de Veda’s zal enige van de hoogste en laagste denkbeelden omtrent de Godheid onthullen die ooit bij de mens zijn opgekomen.


◄ 94:0
 
94:2 ►