◄ 84:2
Verhandeling 84
84:4 ►

Huwelijk en gezinsleven

3. Het gezin onder de overheersing van de Vader

84:3.1

Het kan zijn dat de vrouw door haar moederinstinct tot het huwelijk werd gebracht, maar het was de grotere sterkte van de man, alsmede de invloed der zeden, die haar praktisch dwong binnen de huwelijkse staat te blijven. Het herdersleven schiep meestal een nieuw systeem van zeden, het patriarchale type gezinsleven, en onder de zeden der herders en eerste landbouwers was het onbetwiste en willekeurige gezag van de vader de grondslag van de eenheid van het gezin. Alle vormen van samenleving, zowel nationaal als familiaal, hebben het stadium van de autocratische autoriteit van een patriarchale ordening gekend.

84:3.2

De geringe beleefdheid die het vrouwelijk geslacht in de tijd van het Oude Testament werd bewezen is een getrouwe afspiegeling van de zeden van de herders. De Hebreeuwse patriarchen waren allen herders, getuige het gezegde: ‘De Heer is mijn Herder.’

84:3.3

Maar de man had in vroegere tijden evenmin schuld aan zijn lage dunk over de vrouw als de vrouw zelf. Zij slaagde er in de primitieve tijd niet in om sociale erkenning te krijgen, omdat zij in noodgevallen niet functioneerde: zij was geen spectaculaire heldin in tijden van crisis. Het moederschap was een onmiskenbaar nadeel in de strijd om het bestaan: door hun moederliefde werden de vrouwen bij de verdediging van de stam belemmerd.

84:3.4

Primitieve vrouwen maakten zich ook onbedoeld afhankelijk van de man door hun bewondering voor en toejuichen van zijn strijdlust en viriliteit. Door deze verheerlijking van de strijder werd het mannelijk ego verheven, terwijl het ego van de vrouw er in dezelfde mate door werd verlaagd en zij er afhankelijker door werd; een militair uniform is nog steeds een sterke prikkeling voor de vrouwelijke emoties.

84:3.5

Bij de meer ontwikkelde rassen zijn de vrouwen niet zo groot of sterk als de mannen. Omdat de vrouw zwakker was, werd zij tactvoller; zij leerde al vroeg gebruik te maken van haar seksuele charme. Zij werd waakzamer en conservatiever dan de man, hoewel enigszins minder diepgaand. De man was op het slagveld en bij de jacht de meerdere van de vrouw, maar thuis is de vrouw als strateeg zelfs de meest primitieve mannen meestal te slim af geweest.

84:3.6

De herder voedde zich met het vlees van de kudden, maar in deze gehele herderstijd moest de vrouw nog steeds het plantaardige voedsel verschaffen. De primitieve man meed de landbouw die hem over het algemeen te vreedzaam, te weinig avontuurlijk was. Er bestond ook een oud bijgeloof dat vrouwen betere planten konden kweken: zij waren moeders. In vele achtergebleven stammen koken de mannen tegenwoordig nog het vlees en de vrouwen de groenten; en wanneer de primitieve stammen van Australië aan het trekken zijn, vallen de vrouwen nooit het wild aan, terwijl een man zich nooit zal bukken om een wortel uit te graven.

84:3.7

De vrouw heeft altijd moeten werken; zij is althans tot de huidige tijd een echte producente geweest. De man heeft meestal de gemakkelijker weg gekozen, en deze ongelijkheid heeft gedurende de gehele geschiedenis van het menselijk ras bestaan. De vrouw is altijd de lastdraagster geweest die het bezit van het gezin droeg en de kinderen verzorgde, waardoor de man zijn handen vrij had om te vechten of te jagen.

84:3.8

De eerste bevrijding van de vrouw kwam toen de man erin toestemde de aarde te bewerken, erin toestemde om datgene te doen wat voordien als vrouwenwerk werd beschouwd. Het was een grote stap voorwaarts toen mannelijke gevangenen niet langer werden gedood, maar tot slaaf werden gemaakt voor de landbouw. Hierdoor werd de vrouw bevrijd, zodat zij meer tijd kon besteden aan het verzorgen van het huis en de opvoeding van de kinderen.

84:3.9

Toen er melk werd geproduceerd voor de jonge kinderen, konden zuigelingen eerder worden gespeend, waardoor de moeders meer kinderen gingen voorbrengen omdat ze zo van de tijdelijke onvruchtbaarheid werden ontlast die het zogen van kinderen kon veroorzaken, terwijl het gebruik van melk van koeien en geiten de kindersterfte sterk verminderde. Voordat de samenleving het stadium van het herdersleven bereikte, waren de moeders gewend hun babies te zogen totdat zij vier of vijf jaar oud waren.

84:3.10

Door het afnemen van het primitieve oorlogvoeren werd de ongelijkheid in de arbeidsverdeling op grond van geslacht sterk verminderd. De vrouwen moesten echter nog steeds het echte werk verrichten, terwijl de mannen de wacht hielden. Geen kamp of dorp kon overdag of ’s nachts onbewaakt blijven, doch zelfs deze taak werd lichter toen de hond tot huisdier werd gemaakt. Over het algemeen is met de komst van de landbouw het aanzien en de sociale positie van de vrouw hoger geworden; dit gold in ieder geval tot de tijd dat de man zelf landbouwer werd. En zodra de man zich erop toelegde de grond te bewerken, volgden er in de landbouwmethoden onmiddellijk grote verbeteringen, die zich bij de volgende generaties verder uitbreidden. Bij het jagen en in de oorlog had de man de waarde van organisatie leren kennen en deze technieken voerde hij in bij de nijverheid; toen hij later veel werk van de vrouw overnam, voerde hij veel verbeteringen in in haar wat ongedisciplineerde werkmethoden.


◄ 84:2
 
84:4 ►