◄ 83:7
Verhandeling 83
84:0 ►

Het huwelijk als instituut

8. De idealisering van het huwelijk

83:8.1

Het huwelijk dat in het gezin zijn hoogtepunt bereikt, is ontegenzeggelijk het meest verheven instituut van de mens, doch het is wezenlijk menselijk; het had nooit een sacrament moeten worden genoemd. De Setitische priesters maakten het huwelijk tot een godsdienstig ritueel; maar duizenden jaren na Eden bleef de paarvorming een zuiver sociaal en wereldlijk instituut.

83:8.2

Het op één lijn stellen van menselijke verbintenissen met goddelijke is hoogst ongelukkig. De vereniging van man en vrouw in de betrekking van het huwelijk en het gezin is een materiële functie van de stervelingen op de evolutionaire werelden. Het is inderdaad waar dat er veel geestelijke vooruitgang kan voortkomen uit de oprechte menselijke pogingen van man en vrouw om vooruitgang te boeken, maar dit betekent niet noodzakelijk dat het huwelijk heilig is. Geestelijke vooruitgang is ook een begeleidend verschijnsel van oprechte toewijding aan andere richtingen van menselijk streven.

83:8.3

Evenmin kan het huwelijk werkelijk worden vergeleken met de betrekking tussen de Gedachtenrichter en de mens, noch met de broederschap van Christus Michael met zijn menselijke broeders. Op bijna geen enkel punt zijn deze verhoudingen te vergelijken met de verbintenis tussen man en vrouw. Het is zeer betreurenswaardig dat het menselijke wanbegrip van deze betrekkingen zoveel verwarring ten aanzien van de status van het huwelijk heeft teweeggebracht.

83:8.4

Het valt ook te betreuren dat bepaalde groepen stervelingen de opvatting huldigen dat het huwelijk door een goddelijke handeling wordt voltrokken. Zulke overtuigingen leiden rechtstreeks tot het denkbeeld van de onverbrekelijkheid van het huwelijk, ongeacht de omstan digheden of de wensen van de contracterende partijen. Maar alleen al het feit van de huwelijksverbreking wijst erop dat de Godheid niet een bindende partij is bij zulke verbintenissen. Als God eenmaal twee zaken of personen heeft verenigd, zullen zij zo verbonden blijven tot het tijdstip dat de goddelijke wil beschikt dat zij gescheiden zullen worden. Maar wie zal zich met betrekking tot het huwelijk, dat een menselijk instituut is, aanmatigen te oordelen, en te zeggen welke huwelijken verbintenissen zijn die door de universele supervisoren wellicht zijn goedgekeurd, in tegenstelling tot die welke van aard en oorsprong zuiver menselijk zijn?

83:8.5

Niettemin is er een huwelijksideaal op de werelden in den hoge. Op de hoofdwereld van ieder plaatselijk stelsel beelden de Materiële Zonen en Dochters van God het hoogtepunt uit van de idealen ten aanzien van de vereniging van man en vrouw in de huwelijksband, met het doel zich voort te planten en nageslacht groot te brengen. Per slot van rekening is het ideale huwelijk van stervelingen toch menselijk heilig.

83:8.6

Het huwelijk is altijd geweest, en is nog steeds, ’s mensen allerhoogste droom van wereldlijke idealiteit. Hoewel deze schone droom zelden geheel wordt verwezenlijkt, blijft hij een glorieus ideaal dat de vooruitgaande mensheid verlokt tot steeds grotere inspanningen terwille van het menselijk geluk. Jonge mannen en vrouwen zouden evenwel enigszins moeten worden onderricht inzake de realiteit van het huwelijk, voordat zij in de zware eisen van de onderlinge omgang in het gezinsleven worden gestort; de jeugdige idealisering zou getemperd moeten worden met een zekere mate van ontgoocheling vóór het huwelijk.

83:8.7

De jeugdige idealisering van het huwelijk dient echter niet te worden ontmoedigd; deze dromen zijn voorstellingen van de toekomstige bestemming van het gezinsleven. Deze instelling is zowel stimulerend als nuttig, onder voorbehoud dat zij geen ongevoeligheid voortbrengt voor het besef van de praktische, alledaagse eisen die door het huwelijk en het daarop volgende gezinsleven worden gesteld.

83:8.8

De huwelijksidealen zijn in de recente tijd zeer vooruit gegaan: bij sommige volken geniet de vrouw praktisch gelijke rechten als haar echtgenoot. Als concept is het gezin althans op weg om een loyale associatie te worden voor de opvoeding van het nageslacht, vergezeld van seksuele trouw. Doch zelfs deze moderne interpretatie van het huwelijk behoeft niet de vrijheid nemen zozeer tot het andere uiterste te gaan, dat zij een wederzijds monopolie wordt op de gehele persoonlijkheid en de individualiteit. Het huwelijk is niet alleen een individualistisch ideaal; het is de evoluerende sociale verbintenis van een man en een vrouw, die bestaat en functioneert onder de gangbare zeden, beperkt door de taboes, en bekrachtigd door de wetten en regels van de samenleving.

83:8.9

De huwelijken van de twintigste eeuw staan op een hoog peil vergeleken met die in vroegere tijden, ondanks het feit dat het instituut van het gezin thans zwaar wordt beproefd ten gevolge van de problemen die zich zo plotseling aan de sociale organisatie opdringen door de overhaaste uitbreiding van de vrijheden der vrouw, de rechten die haar zolang ontzegd zijn geweest in de trage evolutie der zeden van vroegere generaties.

83:8.10

[Aangeboden door het Hoofd der Serafijnen die op Urantia zijn gestationeerd.]


◄ 83:7
 
Verhandeling 84 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.