◄ 83:6
Verhandeling 83
83:8 ►

Het huwelijk als instituut

7. De ontbinding van het huwelijk

83:7.1

In de vroege evolutie der huwelijkszeden vormde het huwelijk een losse vereniging die naar goeddunken kon worden beëindigd, waarna de kinderen altijd de moeder volgden. De band tussen moeder en kind is instinctief en heeft gefunctioneerd ongeacht de ontwikkelingsfase der zeden.

83:7.2

Bij primitieve volken bleek slechts ongeveer de helft van de huwelijken voldoening te schenken. De meest voorkomende oorzaak van scheiding was onvruchtbaarheid, waarvan de vrouw altijd de schuld kreeg; men geloofde bovendien dat kinderloze vrouwen in het geestenrijk slangen werden. Volgens de meer primitieve zeden was er alleen scheiding mogelijk indien de man dit verkoos, en deze normen hebben zich bij sommige volken tot in de twintigste eeuw gehandhaafd.

83:7.3

Naarmate de zeden evolueerden, ontwikkelden bepaalde stammen twee huwelijksvormen: de gewone vorm die scheiding toeliet, en het door de priester gesloten huwelijk dat geen scheiding toestond. De invoering van het gebruik van het kopen van een vrouw en het geven van een bruidsschat droeg er veel toe bij dat het aantal scheidingen terugliep, omdat er een vermogensboete kwam te staan op het mislukken van het huwelijk. Vele moderne huwelijken worden inderdaad nog steeds gestabiliseerd door dit oude vermogenselement.

83:7.4

De sociale druk van de reputatie binnen de gemeenschap en van eigendomsrechten is altijd een sterke factor geweest bij de handhaving van de taboes en zeden ten aanzien van het huwelijk. Door de eeuwen heen heeft het huwelijk zich stap voor stap ontwikkeld en het staat in de moderne wereld op een geavanceerd niveau, niettegenstaande het feit dat het bedreigd en aangevallen wordt door wijdverbreide ontevredenheid bij de volken waar de eigen keuze—een nieuwe vrijheid—de belangrijkste rol speelt. Terwijl deze aanpassingsmoeilijkheden bij de meer vooruitstrevende volken optreden als gevolg van de plotseling versnelde sociale evolutie, gedijt het huwelijk bij de minder ontwikkelde volken nog steeds en verbetert het langzaam onder de leiding van de oudere zeden.

83:7.5

De nieuwe, plotselinge vervanging van het oude, al lang ingevoerde bezitsmotief door het meer ideale, doch uiterst individuele liefdesmotief bij het huwelijk, heeft het instituut onvermijdelijk tijdelijk onbestendig gemaakt. De huwelijksmotieven van de mens zijn altijd veel hoger geweest dan de bestaande huwelijkszeden, en in de negentiende en twintigste eeuw is het westerse huwelijksideaal de op zichzelf geconcentreerde en slechts gedeeltelijk beheerste geslachtsdriften der volkeren plotseling ver voorbijgestreefd. De aanwezigheid van, grote aantallen ongetrouwde personen in een samenleving wijst op de tijdelijke instorting van of overgang in, de ontwikkeling der zeden.

83:7.6

De werkelijke toets van het huwelijk is, door de eeuwen heen, de voortdurende intimiteit geweest, die onontkoombaar is in alle gezinsleven. Van twee al te zeer gekoesterde en verwende jonge mensen, die zo zijn opgevoed dat zij alle genoegens en de volledige bevrediging van hun ijdelheid en hun ego verwachten, kan nauwelijks gehoopt worden dat ze een groot succes maken van het huwelijk en de vorming van een huisgezin—een levenslang partnerschap van wegcijfering van zichzelf, compromissen, verknochtheid en onbaatzuchtige toewijding aan de ontwikkeling der kinderen.

83:7.7

De hoge graad van verbeeldingskracht en grillige romantiek die een rol spelen in de hofmakerij, is bij de hedendaagse westerse volken grotendeels verantwoordelijk voor de toenemende tendens tot echtscheiding, en dit complex geheel wordt nog ingewikkelder door de grotere persoonlijke vrijheid en toegenomen economische onafhankelijkheid van de vrouw. Gemakkelijke echtscheiding, wanneer zij het gevolg is van gebrek aan zelfbeheersing of van het ontbreken van de normale aanpassing van de persoonlijkheid, voert de mens alleen maar rechtstreeks terug naar de primitieve fasen van de samenleving die hij nog maar zo kortgeleden, en door zoveel persoonlijk leed en lijden van de soort, achter zich heeft kunnen laten.

83:7.8

Maar zolang de samenleving er niet in slaagt kinderen en jonge mensen goed op te voeden, zolang de sociale orde nalaat voldoende training voor het huwelijk in te stellen, en zolang onverstandig en onrijp jeugdig idealisme de beslissende stem heeft bij het aangaan van een huwelijk, zolang zal echtscheiding gangbaar blijven. In de mate dat de sociale groep in gebreke blijft voorzieningen te treffen om jonge mensen voor te bereiden voor het huwelijk, moet de echtscheiding functioneren als de sociale veiligheidsklep waardoor in de jaren van snelle ontwikkeling der evoluerende zeden nog slechtere toestanden worden vermeden.

83:7.9

Het lijkt erop dat de mensen in de oudheid ongeveer net zo serieus tegen het huwelijk hebben aangekeken als sommige moderne mensen. En het blijkt niet dat veel van de overhaaste, niet geslaagde huwelijken van de moderne tijd een grote verbetering zijn ten opzichte van de oude gewoonten waarbij jonge mannen en vrouwen geschikt werden gemaakt voor het huwelijk. De grote inconsequentie van de huidige samenleving is dat de liefde verheerlijkt wordt en het huwelijk wordt ge ï dealiseerd, terwijl een diepgaand onderzoek van beide wordt veroordeeld.


◄ 83:6
 
83:8 ►