◄ 83:5
Verhandeling 83
83:7 ►

Het huwelijk als instituut

6. Echte monogamie—het paar-huwelijk

83:6.1

Monogamie is monopolie; het is goed voor hen die deze wenselijke toestand bereiken, maar voor degenen die niet zo gelukkig zijn, creëert het biologische ontberingen. Doch geheel ongeacht het effect op het individu, is monogamie voor de kinderen beslist het beste.

83:6.2

De vroegste monogamie was te danken aan de druk der omstandigheden, armoede. Monogamie is cultureel en sociaal bepaald, kunstmatig en onnatuurlijk, dat wil zeggen, onnatuurlijk voor de evolutionaire mens. Zij was volkomen natuurlijk voor de meer zuivere Nodieten en Adamieten, en is van grote culturele waarde geweest voor alle ontwikkelde rassen.

83:6.3

De Chaldeeuwse stammen erkenden het recht van een vrouw om haar echtgenoot vóór het huwelijk de plechtige belofte af te dwingen geen tweede vrouw of concubine te nemen; zowel de Grieken als de Romeinen prefereerden het monogame huwelijk. De voorouderverering heeft steeds de monogamie bevorderd, evenals de Christelijke dwaling om het huwelijk als een sacrament te beschouwen. Zelfs de verhoging van het levenspeil heeft consequent tegen het hebben van meerdere vrouwen ingedruist. Tegen de tijd van de advent van Michael op Urantia, had praktisch de gehele beschaafde wereld in theorie het niveau van de monogamie bereikt. Maar deze passieve monogamie betekende niet dat de mensheid aan de praktijk van het werkelijke paar-huwelijk gewend was geraakt.

83:6.4

Terwijl de samenleving tracht het monogame doel van het ideale paar-huwelijk te bereiken, hetgeen welbeschouwd zoiets als een monopolistische seksuele verbintenis is, moet zij de weinig benijdenswaardige situatie in het oog houden van de ongelukkige mannen en vrouwen die er niet in slagen een plaats te vinden in deze nieuwe, verbeterde sociale orde, ook al hebben zij hun best gedaan mee te werken aan en in te gaan op de eisen die zij stelt. Wanneer mensen er niet in slagen partners te vinden in het sociale strijdperk van de competitie, kan dit te wijten zijn aan onoverkomelijke moeilijkheden of veelsoortige beperkingen die door de heersende zeden worden opgelegd. Monogamie is waarlijk ideaal voor hen die er binnen leven, maar zij moet onvermijdelijk tot grote ontberingen leiden voor hen die buiten blijven in de koude van een solitair bestaan.

83:6.5

De ongelukkige enkeling heeft altijd moeten lijden opdat de meerderheid vooruitgang zou kunnen boeken onder de zich ontwikkelende zeden der evoluerende civilisatie; de bevoorrechte meerderheid moet altijd met mildheid en voorkomendheid zien naar de minder gelukkige medemensen die de prijs moeten betalen dat zij niet kunnen behoren tot de gelederen dergenen die de ideale seksuele verbintenissen sluiten, welke bevrediging schenken van alle biologische behoeften onder de sanctie van de hoogste zeden der voortschrijdende sociale evolutie.

83:6.6

Monogamie is altijd het ideale doel der menselijke seksuele evolutie geweest, is dit nu nog en zal dit altijd blijven. Dit ideaal van het ware paar-huwelijk brengt zelfverloochening met zich mee, en daarom mislukt het zo dikwijls juist omdat het een of beiden van de contracterende partijen ontbreekt aan de hoogste van alle menselijke deugden, krachtige zelfbeheersing.

83:6.7

Monogamie is de maatstaf van de vooruitgang van de sociale beschaving, die men duidelijk moet onderscheiden van de zuiver biologische evolutie. Monogamie is niet noodzakelijk biologisch of natuurlijk, maar zij is onontbeerlijk voor de directe handhaving en verdere ontwikkeling der sociale civilisatie. Zij draagt bij tot een fijngevoeligheid, een verfijning van de morele natuur en een geestelijke groei, welke ten enen male onmogelijk zijn bij polygamie. Een vrouw kan nooit een ideale moeder worden wanneer zij voortdurend gedwongen wordt te wedijveren om blijken van genegenheid van haar echtgenoot.

83:6.8

Het paar-huwelijk begunstigt en cultiveert het intieme begrip en de doeltreffende samenwerking die het beste zijn voor het geluk der ouders, het welzijn van het kind, en de sociale efficiëntie. Het huwelijk, dat begon als primitieve dwang, evolueert geleidelijk tot een schitterend instituut voor zelfontwikkeling, zelfbeheersing, zelfexpressie en zelfbestendiging.


◄ 83:5
 
83:7 ►