◄ 83:1
Verhandeling 83
83:3 ►

Het huwelijk als instituut

2. Vrijage en verloving

83:2.1

Primitieve huwelijken werden altijd gearrangeerd door de ouders van de jongen en het meisje. In de overgangsfase van deze gewoonte naar de tijden van de vrije keuze, kwam de huwelijksmakelaar of professionele koppelaar op het toneel. Deze koppelaars waren aanvankelijk de barbiers, en later de priesters. Een huwelijk was oorspronkelijk een zaak van de groep; daarna werd het een aangelegenheid van de familie en pas de laatste tijd is het een avontuur van het individu geworden.

83:2.2

Dwang, niet aantrekkelijkheid, was de toegangsweg tot het primitieve huwelijk. Oudtijds kende de vrouw geen seksuele terughoudendheid, maar alleen seksuele ondergeschiktheid naargelang deze haar door de zeden werd ingeprent. Zoals rooftochten aan de handel voorafgingen, zo ging het roofhuwelijk aan het contract-huwelijk vooraf. Sommige vrouwen spanden samen met hun kapers om te ontkomen aan de overheersing van de oudere mannen van hun stam: zij waren liever in de handen van mannen van hun eigen leeftijd van een andere stam. Deze pseudo-schaking was de overgangsfase tussen roven met geweld en de latere hofmakerij door charmeren.

83:2.3

Een vroeg soort huwelijksceremonie was de schijnvlucht, een soort repetitie van de schaking welke eens algemeen gebruikelijk was. Later werd de pseudo-schaking geïncorporeerd in de officiële huwelijksplechtigheid. Wanneer moderne meisjes doen alsof ze zich tegen ‘verovering’ verzetten, wanneer ze zich gereserveerd opstellen tegenover het huwelijk, zijn dit overblijfselen van oude gewoonten. Het over de drempel dragen van de bruid herinnert aan een aantal oude gebruiken, onder meer aan de tijd dat vrouwen werden gestolen.

83:2.4

De vrouw had lang geen volledige vrijheid om over zichzelf te beschikken in het aangaan van een huwelijk, maar de meer intelligente vrouwen zijn steeds in staat geweest door een knap gebruik van hun scherpzinnigheid deze beperking te omzeilen. De man heeft meestal de leiding genomen bij het hofmaken, maar niet altijd. De vrouw neemt soms zowel formeel als in bedekte vorm het initiatief tot het huwelijk. En bij het voortschrijden van de civilisatie hebben de vrouwen een steeds groter aandeel gehad in alle fasen van hofmakerij en huwelijk.

83:2.5

Groeiende liefde, romantiek en persoonlijke keuze bij de hofmakerij voor het huwelijk is een bijdrage der Andieten aan de volkeren van de wereld. De verhoudingen tussen de seksen evolueren in gunstige richting: vele zich ontwikkelende volken stellen geleidelijk ietwat meer geïdealiseerde opvattingen van seksuele aantrekking in de plaats van de vroegere beweegredenen van praktisch nut en eigendom. De seksuele drijfveer en gevoelens van genegenheid beginnen bij het kiezen van levenspartners in de plaats te komen van koele berekening.

83:2.6

De verloving stond oorspronkelijk gelijk aan het huwelijk; bij oude volken was seksuele omgang gedurende de verloving bovendien gebruikelijk. In recente tijden heeft de religie een taboe ingesteld op seksueel verkeer in de periode tussen verloving en huwelijk.


◄ 83:1
 
83:3 ►