◄ 80:0
Verhandeling 80
80:2 ►

De expansie der Andieten in het Westen

1. De Adamieten trekken Europa binnen

80:1.1

Voordat de laatste Andieten uit de vallei van de Eufraat werden verdreven, waren velen van hun broeders reeds als gelukzoekers, leraren, handelaars en krijgslieden Europa binnengedrongen. Gedurende de vroege periode van het violette ras werd het Middellandse Zee-bekken afgeschermd door de landengte van Gibraltar en de Siciliaanse landbrug. Een deel van de zeer vroege maritieme handel van de mens ontstond op deze binnenzeeën, waar de blanke mensen uit het noorden en de bewoners van de Sahara uit het zuiden, Nodieten en Adamieten uit het oosten ontmoetten.

80:1.2

In het oostelijke bekken van de Middellandse Zee hadden de Nodieten een van hun meest uitgebreide culturen gevestigd en vanuit deze centra waren zij al enigszins tot in zuidelijk Europa doch vooral tot in Noord-Afrika doorgedrongen. De breedhoofdige Noditisch-Andonitische Syriërs voerden al heel vroeg de pottenbakkerij en landbouw in, in verband met hun nederzettingen in de langzaam omhoogkomende Nijldelta. Zij importeerden ook schapen, geiten, rundvee en andere gedomesticeerde dieren, en introduceerden sterk verbeterde methoden voor de metaalbewerking, want Syrië was toen het centrum van die nijverheid.

80:1.3

Meer dan dertigduizend jaar lang nam Egypte een gestage stroom Mesopotamiërs op die hun kunst en cultuur meebrachten en daarmee die van het Nijldal verrijkten. Maar de binnenkomst van grote aantallen Saharabewoners deed de oude beschaving langs de Nijl ernstig achteruitgaan, zodat Egypte, ongeveer vijftienduizend jaar geleden, op zijn laagste culturele niveau belandde.

80:1.4

Maar in vroegere tijden werd de migratie der Adamieten naar het westen door weinig in de weg gestaan. De Sahara was open grasland, bewoond door vele herders en landbouwers. Deze Saharabewoners legden zich nooit toe op handarbeid en bouwden geen steden. Zij waren een indigo-zwarte groep die vele elementen van de uitgestorven groene en oranje rassen in zich had. Zij ontvingen echter slechts een zeer beperkte hoeveelheid van de violette erfenis voordat de resten van deze welvarende, vredige beschaving door bodemverheffing en het draaien der regenwinden werden verstrooid.

80:1.5

Het bloed van Adam is de meeste menselijke rassen ten deel gevallen, doch sommige hebben meer dan andere verworven. De gemengde rassen van India en de donkere volken van Afrika waren niet aantrekkelijk voor de Adamieten. De laatsten zouden zich vrijelijk met de rode mens hebben vermengd, indien hij niet zo ver van hen verwijderd was geweest in de beide Amerika’s, en zij stonden welwillend tegenover de gele mens, maar deze was in het verre Azië eveneens moeilijk bereikbaar. Wanneer zij door lust tot avontuur of altruïsme werden aangezet, of toen zij uit de vallei van de Eufraat werden verdreven, kozen zij daarom als vanzelfsprekend voor vereniging met de blauwe rassen van Europa.

80:1.6

De blauwe mensen, toen dominant in Europa, hadden geen godsdienstige gewoonten die afstotelijk waren in de ogen van de eerste migrerende Adamieten en er was een grote seksuele aantrekkingskracht tussen het violette en het blauwe ras. De beste blauwe mensen beschouwden het als een grote eer om te mogen paren met de Adamieten. Iedere blauwe man streefde ernaar zo bekwaam en kunstzinnig te worden, dat hij de genegenheid van een Adamische vrouw kon winnen, en het was het grootste verlangen van een hoogstaande blauwe vrouw om de attenties van een Adamiet te ontvangen.

80:1.7

Geleidelijk verenigden deze migrerende kinderen uit Eden zich met de betere typen van het blauwe ras, waarbij zij hun culturele gebruiken stimuleerden en meedogenloos het nog overgebleven erfelijk materiaal van het geslacht der Neanderthalers uitroeiden. Deze wijze van rassenvermenging, gecombineerd met het elimineren van inferieur erfelijk materiaal, bracht een dozijn of meer krachtige, progressieve groepen superieure blauwe mensen voort, waarvan ge één de Cro-Magnon-mens hebt genoemd.

80:1.8

Door deze en andere oorzaken, vooral door gunstiger routes voor de migratie, trokken de eerste golven van de Mesopotamische cultuur vrijwel uitsluitend naar Europa. Deze omstandigheden nu bepaalden de antecedenten van de moderne Europese beschaving.


◄ 80:0
 
80:2 ►