◄ 74:5
Verhandeling 74
74:7 ►

Adam en Eva

6. Het huiselijk leven van Adam en Eva

74:6.1

Het terrein waar Adam en zijn familie woonden besloeg ongeveer dertien vierkante kilometer. Direct rondom dit terrein waren voorzieningen getroffen ten behoeve van meer dan driehonderdduizend directe nakomelingen. Alleen het eerste deel van de ontworpen gebouwen werd echter ooit gebouwd. Al voordat de omvang van de Adamische familie te groot was geworden voor deze eerste voorzieningen, was het gehele plan voor Eden verstoord en de Hof ontruimd.

74:6.2

Adamszoon was de eerstgeborene van het violette ras op Urantia, gevolgd door zijn zuster, en door Evaszoon, de tweede zoon van Adam en Eva. Eva was de moeder van vijf kinderen voordat de Melchizedeks vertrokken—drie zonen en twee dochters. De volgende nakomelingen waren tweelingen. Vóór de nalatigheid baarde zij drieënzestig kinderen, tweeëndertig dochters en eenendertig zonen. Toen Adam en Eva de Hof verlieten, bestond hun familie uit vier generaties die 1647 directe afstammelingen telden. Zij kregen tweeënveertig kinderen na het verlaten van de Hof, naast de twee nakomelingen uit de verbintenissen met leden van het sterfelijke aardse ras. En dit aantal omvat niet de nakomelingen uit de verbintenissen van Adam met de Nodieten en de evolutionaire rassen.

74:6.3

De Adamische kinderen dronken geen melk van dieren wanneer zij, een jaar oud, niet langer aan de moederborst werden gevoed. Eva beschikte over de melk van een grote verscheidenheid aan noten en sappen uit vele vruchten, en daar zij de chemische samenstelling en de energie van deze voedselstoffen zeer goed kende, combineerde zij deze tot geschikte voeding voor haar kinderen totdat ze tanden kregen.

74:6.4

Terwijl het koken algemeen gebruikelijk was buiten de directe Adamische sector van Eden, werd er niet gekookt in de huishouding van Adam. Zij vonden hun voedsel—vruchten, noten en granen—al voor hen bereid terwijl ze rijpten. Zij aten eenmaal per dag, kort na het middaguur. Adam en Eva absorbeerden ook rechtstreeks ‘licht en energie’ van bepaalde uitstralingen in de ruimte in combinatie met de bijstand die hen door de boom des levens werd geboden.

74:6.5

Het lichaam van Adam en Eva straalde een flauw lichtschijnsel uit, doch zij droegen altijd kleding, naar de gewoonte van hun medewerkers. Hoewel zij overdag zeer weinig kleding droegen, deden ze bij het vallen van de duisternis omslagdoeken om voor de avond. De oorsprong van het traditionele aureool dat de hoofden van vermeend vrome en heilige mensen omringt, dateert uit de tijd van Adam en Eva. Aangezien de uitstraling van hun lichaam grotendeels werd verborgen door hun kleding, was alleen de stralende glans van hun hoofden waarneembaar. De afstammelingen van Adamszoon hebben steeds op deze wijze hun opvatting uitgebeeld van individuen die zij buitengewoon geestelijk ontwikkeld achtten.

74:6.6

Adam en Eva konden met elkaar en met hun directe kinderen communiceren over een afstand van ongeveer tachtig kilometer. Deze uitwisseling van gedachten werd bewerkstelligd door middel van zeer gevoelige, kleine met gas gevulde holten die zich dicht bij hun hersenstructuur bevonden. Door dit mechanisme konden zij gedachtentrillingen uitzenden en ontvangen. Dit vermogen werd onmiddellijk buiten werking gesteld toen hun verstand zich overgaf aan de onenigheid en ontwrichting van het kwaad.

74:6.7

De kinderen van Adam gingen naar hun eigen scholen tot zij zestien waren, waarbij de jongeren door de ouderen werden onderwezen. De kleintjes wisselden ieder half uur van activiteiten, de ouderen ieder uur. Het was bepaald een nieuw schouwspel op Urantia om deze kinderen van Adam en Eva bij hun spel te zien, vrolijke en uitbundige bezigheden puur voor de pret. Het spel en de humor van de hedendaagse rassen zijn grotendeels afkomstig van het Adamische geslacht. De Adamieten hadden allen een grote waardering voor muziek en een sterk gevoel voor humor.

74:6.8

De gemiddelde leeftijd waarop men zich verloofde, was achttien jaar, en hierna volgden deze jonge mensen een tweejarige opleidingscursus om zich voor te bereiden op de verantwoordelijkheden van het huwelijk. Op hun twintigste kwamen zij in aanmerking voor het huwelijk; na het huwelijk begonnen zij aan hun levenstaak of aan een speciale opleiding daarvoor.

74:6.9

Het gebruik van sommige latere naties om de koninklijke families, waarvan werd verondersteld dat zij van de goden afstamden, toe te staan om broer en zuster met elkaar te laten trouwen, stamt van de tradities van het Adamische nageslacht, dat wel met elkaar moest trouwen. De huwelijksplechtigheden van de eerste en tweede generatie van de Hof werden steeds door Adam en Eva voltrokken.


◄ 74:5
 
74:7 ►