◄ 73:3
Verhandeling 73
73:5 ►

De Hof van Eden

4. De aanleg van de Hof

73:4.1

Wanneer Materiële Zonen, de biologische verheffers, hun verblijf op een evolutionaire wereld aanvangen, wordt hun verblijfplaats dikwijls de Hof van Eden genoemd, omdat deze gekenmerkt wordt door de bloemenpracht en de botanische schoonheid van Edentia, de hoofdwereld van de constellatie. Van wist veel over deze gebruiken en bepaalde dienovereenkomstig dat het gehele schiereiland bestemd zou worden voor de Hof. Het grasland en de veeteelt werden geprojecteerd op het aangrenzende vasteland. Van de dieren werden er alleen vogels en de verschillende gedomesticeerde dieren binnen het park aangetroffen. Vans instructies waren dat Eden een hof moest zijn, en alleen een hof. Binnen het grondgebied werden er nimmer dieren geslacht. Het vlees dat gedurende alle jaren van de aanleg door de werkers aan de Hof werd gegeten, was altijd afkomstig van de kudden die op het vasteland bewaakt werden.

73:4.2

De eerste taak was het bouwen van de bakstenen muur dwars over de engte van het schiereiland. Toen deze eenmaal klaar was, kon het eigenlijke werk van de verfraaiing van het landschap en het bouwen van huizen ongestoord voortgaan.

73:4.3

Er werd een zoölogische tuin gemaakt door het bouwen van een kleinere muur vlak bui- ten de grote muur; de tussenliggende ruimte, die door allerlei soorten wilde dieren werd bevolkt, diende als extra beveiliging tegen vijandelijke aanvallen. Deze menagerie was in twaalf hoofdafdelingen verdeeld en bemuurde paden leidden tussen deze afdelingen door naar de twaalf poorten van de Hof, met de rivier en de weilanden in het midden van dit gebied.

73:4.4

Het gereedmaken van de Hof werden alleen door vrijwilligers gedaan: er werden nooit huurlingen ingezet. De vrijwilligers cultiveerden de Hof en verzorgden hun kudden om in hun levensbehoeften te voorzien; er werden ook voedselbijdragen ontvangen van naburige gelovigen. En deze grote onderneming werd tot voltooiing gebracht ondanks de moeilijkheden die gepaard gingen met de verwarde staat waarin de wereld zich gedurende deze benarde tijden bevond.

73:4.5

Grote teleurstelling ontstond echter toen Van, niet wetend hoe spoedig de verwachte Zoon en Dochter zouden komen, voorstelde om ook de jongere generatie op te leiden om de onderneming voort te kunnen zetten, voor het geval dat de komst van de Materiële Zoon en Dochter nog op zich zou laten wachten. Hierdoor leek Van te bekennen dat hij er weinig vertrouwen in had, en dit veroorzaakte veel moeilijkheden en leidde tot veel desertie. Van zette zijn plan om voorbereid te zijn echter door en vulde in de tussentijd de plaatsen van de deserteurs op met jongere vrijwilligers.


◄ 73:3
 
73:5 ►