◄ 73:2
Verhandeling 73
73:4 ►

De Hof van Eden

3. De plaats voor de Hof

73:3.1

De commissie voor de locatie bleef bijna drie jaar weg. Zij bracht een gunstig rapport uit over drie mogelijke locaties: de eerste was een eiland in de Perzische Golf; de tweede was de aan een rivier gelegen plaats waar de tweede hof werd aangelegd; de derde, een lang smal schiereiland—bijna een eiland—dat aan uit de oostkust van de Middellandse Zee in westelijke richting uitstak in zee.

73:3.2

De commissie gaf met bijna algemene stemmen de voorkeur aan de derde locatie. Deze plek werd gekozen en het kostte twee jaar om het culturele hoofdkwartier van de wereld, inclusief de boom des levens, over te brengen naar dit schiereiland in de Middellandse Zee. Behalve één enkele groep, verlieten alle bewoners op vreedzame wijze het schiereiland toen Van en zijn gezelschap arriveerden.

73:3.3

Dit schiereiland in de Middellandse Zee had een gezond klimaat en een gelijkmatige temperatuur; het bestendige weer was te danken aan de omringende bergen en aan het feit dat dit terrein nagenoeg een eiland in een binnenzee was. Terwijl het overvloedig regende op de omliggende hooglanden, viel er zelden regen in het eigenlijke Eden. Maar iedere nacht ging er vanuit het uitgebreide netwerk van kunstmatige irrigatiekanalen ‘een damp op uit de aarde’ om de plantengroei in de Hof te verfrissen.

73:3.4

De kustlijn van deze landmassa was behoorlijk hoog en de landengte die het met het vasteland verbond, was op het smalste punt slechts iets meer dan veertig kilometer breed. De grote rivier die de Hof bevloeide, kwam van de hoger gelegen gebieden van het schiereiland naar beneden en stroomde in oostelijke richting door de hals van het schiereiland naar het vasteland en vandaar door het Mesopotamische laagland naar de zee daarachter. Deze rivier werd ook gevoed door vier zijrivieren die ontsprongen in de heuvels aan de kust van het schiereiland van Eden, en dit zijn de ‘vier hoofden’ van de rivier ‘voortgaande uit Eden’, die later werden verward met de riviertakken die de tweede hof omgaven.

73:3.5

De bergen rond de Hof waren rijk aan edelgesteenten en metalen, hoewel hieraan zeer weinig aandacht werd geschonken. De overheersende gedachte zou zijn de verheerlijking van de tuinbouw en de verheffing van de landbouw.

73:3.6

De voor de Hof gekozen plaats was waarschijnlijk de schoonste plek in zijn soort op de gehele wereld, en het klimaat was er toentertijd ideaal. Nergens elders was er een locatie die zich er zo bij uitstek toe leende zulk een paradijs van botanische expressie te worden. In deze ontmoetingsplaats kwam de keur van de civilisatie op Urantia bijeen. Daarbuiten en nog verder verkeerde de wereld in duisternis, onwetendheid en primitiviteit. Eden was de enige lichte plek op Urantia; het was van nature een droom van schoonheid en spoedig werd het een gedicht van verfijnde, vervolmaakte landschappelijke pracht.


◄ 73:2
 
73:4 ►