◄ 70:2
Verhandeling 70
70:4 ►

De evolutie van het menselijk bestuur

3. Vroege menselijke associaties

70:3.1

In de primitiefste samenleving is de horde alles; zelfs de kinderen zijn haar gemeenschappelijk bezit. Het zich ontwikkelende gezin verdrong de horde bij de opvoeding der kinderen, terwijl de opkomende clans en stammen haar vervingen als sociale eenheid.

70:3.2

Geslachtsdrift en moederliefde vormen het gezin. Doch echt bestuur verschijnt pas als zich groepen zijn gaan vormen die meer dan een familie omvatten. In de dagen van de horde die aan de periode van het gezin voorafgingen, werd leiding gegeven door informeel gekozen individuen. De Afrikaanse Bosjesmannen zijn nooit verder gekomen dan dit primitieve stadium: zij kennen geen aanvoerders van de horde.

70:3.3

Families raakten door bloedbanden verenigd in clans, verzamelingen van bloedverwanten; deze ontwikkelden zich vervolgens tot stammen, territoriale gemeenschappen. Door oorlogvoering en druk van buitenaf werden de clans van verwanten tot de vorming van stammen gedwongen, maar handelsverkeer en uitwisseling hielden deze eerste primitieve groepen met een zekere mate van interne vrede bijeen.

70:3.4

De vrede op Urantia zal veel sterker worden bevorderd door internationale handelsorganisaties dan door alle sentimentele sofisterijen over vrede van idealistische plannenmakers. Handelsbetrekkingen zijn bevorderd door de ontwikkeling van de taal en door verbeterde communicatiemethoden, alsmede door beter vervoer.

70:3.5

Het ontbreken van een gemeenschappelijke taal heeft altijd de ontwikkeling van vredesgroepen in de weg gestaan, maar geld is de universele taal geworden van het moderne handelsverkeer. De moderne samenleving blijft grotendeels bijeen door de industriële markt. Het winstmotief levert een machtige bijdrage aan de civilisatie wanneer het wordt uitgebreid met het verlangen om te dienen.

70:3.6

In de vroege tijdperken was iedere stam omgeven door concentrische cirkels van toenemende vrees en achterdocht; vandaar dat het eens de gewoonte was alle vreemdelingen te doden en later, om hen tot slaaf te maken. De oude opvatting over vriendschap betekende adoptie door de clan; men geloofde bovendien dat het lidmaatschap van de clan na de dood doorging—een van de oudste voorstellingen van het eeuwig leven.

70:3.7

De ceremonie van adoptie bestond uit het drinken van elkaars bloed. In sommige groepen wisselde men speeksel uit in plaats van elkaars bloed te drinken: dit is de oude oorsprong van de gewoonte van het sociale kussen. En alle ceremoniën van associatie, zowel huwelijken of adopties, eindigden altijd in festiviteiten.

70:3.8

In latere tijden werd er bloed gebruikt dat was verdund met rode wijn, en tenslotte werd er uitsluitend wijn gedronken om de ceremonie der adoptie te bezegelen, hetgeen werd aangeduid met het aanstoten der wijnkroezen en voltrokken door de drank door te slikken. Bij de Hebreeërs was een gemodificeerde vorm van deze adoptie-ceremonie in gebruik. Hun Arabische voorouders maakten gebruik van de eed, waarbij zij de hand van de kandidaat lieten rusten op het geslachtsorgaan van het stamlid. De Hebreeërs behandelden geadopteerde vreemdelingen op vriendelijke en broederlijke wijze. ‘De vreemdeling die bij u vertoeft zal als een onder u geborene voor u zijn, en gij zult hem liefhebben als uzelf.’

70:3.9

‘Gastvriendschap’ was een relatie van tijdelijke gastvrijheid. Wanneer gasten na een bezoek vertrokken, werd een schaal in tweeën gebroken, en werd de ene helft aan de vertrekkende vriend meegegeven, zodat deze zou kunnen worden gebruikt als een passende introductie voor een derde persoon die mogelijk later op bezoek zou komen. Het was gebruikelijk dat gasten voor hun verblijf betaalden door verhalen te vertellen over hun reizen en avonturen. De vertellers uit die oude tijden werden zo populair, dat de zeden tenslotte voorschreven dat zij tijdens de jacht of in de oogsttijd niet mochten optreden.

70:3.10

De eerste vredesverdragen waren de ‘bloedbroederschappen.’ De vredesafgezanten van twee strijdende stammen ontmoetten elkaar, betuigden hun respect en prikten zich vervolgens tot bloedens toe in de huid; hierna zogen zij elkanders bloed op en riepen de vrede uit.

70:3.11

De vroegste vredesmissies bestonden uit delegaties van mannen die hun mooiste maagden meebrachten ten behoeve van de seksuele bevrediging van hun voormalige vijanden, waarmee de seksuele begeerte werd aangewend ter bestrijding van de krijgslust. De stam die op deze wijze werd vereerd, bracht vervolgens een tegenbezoek waarbij ook maagden werden aangeboden; hierop was er gewoonlijk stevig vrede gesloten. Al spoedig werden er dan ook huwelijken tussen de families van de opperhoofden toegestaan.


◄ 70:2
 
70:4 ►