◄ 7:4
Verhandeling 7
7:6 ►

De betrekking van de Eeuwige Zoon tot het Universum

5. De geest van zelfschenking

7:5.1

De Eeuwige Zoon sloot zich zonder voorbehoud bij de Universele Vader aan, toen aan de ganse schepping de geweldige opdracht werd uitgezonden: ‘Weest volmaakt, evenals uw Vader in Havona volmaakt is.’ Sindsdien is deze uitnodiging-opdracht steeds de drijfveer geweest van alle overlevingsplannen en zelfschenkingsprojecten van de Eeuwige Zoon en zijn enorme familie van Zonen die zijn gelijken zijn en Zonen die met hem zijn geassocieerd. En juist in deze schenkingen van zichzelf zijn de Zonen van God voor alle schepselen in evolutie ‘de weg, de waarheid en het leven’ geworden.

7:5.2

De Eeuwige Zoon kan niet rechtstreeks in verbinding treden met mensen, zoals de Vader dit doet door het geschenk van de voorpersoonlijke Gedachtenrichters, maar de Eeuwige Zoon komt geschapen persoonlijkheden wel nabij door een reeks trapsgewijs afdalende goddelijke zonen, totdat het hem mogelijk is om voor de mens te staan, soms zelfs als een mens.

7:5.3

De zuiver persoonlijke natuur van de Eeuwige Zoon kan niet gefragmenteerd worden. De Eeuwige Zoon dient als een geestelijke invloed of als een persoon, nooit anders. Voor de Zoon is het onmogelijk deel te nemen in de ervaring van de mens, zoals de Vader-Richter deelneemt in deze ervaring, maar de Eeuwige Zoon compenseert deze beperking door de techniek van de zelfschenking. Wat de ervaring van gefragmenteerde entiteiten betekent voor de Universele Vader, betekenen de incarnatie-ervaringen van de Paradijs-Zonen voor de Eeuwige Zoon.

7:5.4

De Eeuwige Zoon komt niet tot de sterfelijke mens als de goddelijke wil, de Gedachtenrichter die in het bewustzijn van de mens woont, maar de Eeuwige Zoon is wel tot de sterfelijke mens op Urantia gekomen toen de goddelijke persoonlijkheid van zijn Zoon, Michael van Nebadon, incarneerde in de menselijke natuur van Jezus van Nazaret. Om te kunnen delen in de ervaring van geschapen persoonlijkheden moeten de Paradijs-Zonen van God werkelijk de natuur van deze schepselen aannemen, en hun goddelijke persoonlijkheden daadwerkelijk incarneren als deze schepselen zelf. Incarnatie, het geheim van Sonarington, is de techniek waardoor de Zoon ontkomt aan de kluisters van persoonlijkheidsabsolutisme, die hem anders geheel zouden omsluiten.

7:5.5

Zeer lang geleden heeft de Eeuwige Zoon zichzelf aan elk der circuits van de centrale schepping geschonken, ten behoeve van de verlichting en vooruitgang van alle inwoners en pelgrims van Havona, waaronder ook de opklimmende pelgrims uit de tijd. Bij geen van deze zeven zelfschenkingen functioneerde hij als een opklimmende of als een inwoner van Havona. Hij bestond als zichzelf. Zijn ervaring was uniek—niet met of als een menselijke of andersoortige pelgrim, maar op een bepaalde manier associatief in de bovenpersoonlijke zin des woords.

7:5.6

Hij onderging ook niet de rustperiode tussen het binnenste circuit van Havona en de kusten van het Paradijs. Voor hem, een absoluut wezen, is het niet mogelijk zijn persoonlijkheidsbewustzijn buiten werking te stellen, want in hem komen alle lijnen van de geestelijke zwaartekracht samen. Gedurende de perioden van deze zelfschenkingen bleef het centrale Paradijs-kwartier van de geestelijke lichtglans dan ook even helder schijnen, en bleef de greep van de Zoon op de universele geestelijke zwaartekracht onverminderd.

7:5.7

De zelfschenkingen van de Eeuwige Zoon in Havona liggen buiten het bereik van de menselijke verbeeldingskracht: zij waren transcendent. Toen en daarna heeft hij de ervaring van geheel Havona verrijkt, maar wij weten niet of hij ook het veronderstelde experiëntiële vermogen van zijn existentiële natuur heeft verrijkt. Dit zou binnen het zelfschenkingsmysterie van de Paradijs-Zonen vallen. Wij geloven echter wel dat de Eeuwige Zoon altijd behouden heeft wat hij in deze zelfschenkingsmissies verworven moge hebben, maar wij weten niet wat het is.

7:5.8

Hoe moeilijk wij het ook mogen vinden om de zelfschenkingen van de Tweede Persoon der Godheid te begrijpen, wij begrijpen wel de Havona-zelfschenking van een Zoon van de Eeuwige Zoon, die letterlijk de circuits van het centrale universum heeft doorlopen en daadwerkelijk heeft deelgenomen in die ervaringen die een opklimmende persoonlijkheid moeten voorbereiden op het bereiken der Godheid. Dit was de oorspronkelijke Michael, de eerstgeboren Schepper-Zoon, die de levenservaringen van de opklimmende pelgrims van circuit tot circuit onderging, door persoonlijk een etappe van iedere cirkelgang met hen mee te reizen in de dagen van Grandfanda, de allereerste sterveling die Havona heeft bereikt.

7:5.9

Wat deze oorspronkelijke Michael verder ook geopenbaard moge hebben, hij heeft de transcendente zelfschenking van de Oorspronkelijke Moeder-Zoon reëel gemaakt voor de schepselen van Havona. Zo reëel, dat sindsdien iedere pelgrim uit de tijd die zich inspant om het avontuur van het doorlopen van de Havona-circuits tot een goed einde te brengen, zich immer opgebeurd en gesterkt voelt door de zekere wetenschap dat de Eeuwige Zoon van God zevenmaal afstand heeft gedaan van de macht en heerlijkheid van het Paradijs, om deel te nemen in de ervaringen van de pelgrims uit tijd en ruimte in de zeven circuits waardoor Havona progressief wordt bereikt.

7:5.10

De Eeuwige Zoon is het voorbeeld dat alle Zonen van God inspireert bij hun zelfschenkingsbijstand in alle universa in tijd en ruimte. De Schepper-Zonen die van gelijke orde zijn als hij, en de met hem geassocieerde Magistraat-Zonen vertonen samen met nog andere niet geopenbaarde orden van zoonschap, allen deze wonderbare bereidheid om zichzelf te schenken aan de schepselen van de verschillende bestaansorden, en wel door zelf een schepsel te worden. Daarom wordt het, in geest en wegens de verwantschap van hun natuur, en wegens het feit van hun afkomst, waar dat in de zelfschenkingen van iedere Zoon van God aan de werelden in de ruimte, de Eeuwige Zoon zichzelf in en door middel van deze zelfschenkingen heeft geschonken aan de intelligente wilsschepselen van de universa.

7:5.11

Iedere Paradijs-Zoon is in geest en natuur, zoal niet in al zijn eigenschappen, een goddelijk volmaakte uitbeelding van de Oorspronkelijke Zoon. Het is letterlijk waar dat wie een Paradijs-Zoon heeft gezien, de Eeuwige Zoon van God heeft gezien.


◄ 7:4
 
7:6 ►