◄ 7:0
Verhandeling 7
7:2 ►

De betrekking van de Eeuwige Zoon tot het Universum

1. Het circuit der geest-zwaartekracht

7:1.1

Alles wat u geleerd is aangaande Gods immanentie, zijn alomtegenwoordigheid, almacht en alwetendheid, geldt evenzeer voor de Zoon in de geestelijke domeinen. De zuivere, universele geest-zwaartekracht in de ganse schepping, dit uitsluitend geestelijke circuit, voort rechtstreeks terug naar de persoon van de Tweede Bron en Centrum op het Paradijs. Hij heeft het oppertoezicht over de beheersing en werking van die immer aanwezige, onfeilbare geestelijke greep op alle echte geest-waarden. Aldus oefent de Eeuwige Zoon absolute geestelijke soevereiniteit uit. Hij houdt alle geest-realiteiten en alle vergeestelijkte waarden letterlijk vast, als het ware in de palm van zijn hand. De beheersing van de universele geestelijke zwaartekracht is universele geestelijke soevereiniteit.

7:1.2

Deze zwaartekracht-beheersing van geestelijke zaken functioneert onafhankelijk van tijd en ruimte; daarom neemt geest-energie door transmissie niet af. Geest-zwaartekracht ondergaat nooit vertraging door de tijd, noch vermindering door de ruimte. Deze energie neemt niet af met het kwadraat van de afstand waarover zij wordt overgebracht: de circuits van zuivere geest-kracht worden niet vertraagd door de massa van de materiële schepping. Deze transcendentie van tijd en ruimte door zuivere geest-energieën is inherent in de absoluutheid van de Zoon en kan niet worden toegeschreven aan de tussenkomst van de anti-gravitatiekrachten van de Derde Bron en Centrum.

7:1.3

Geest-realiteiten reageren op de aantrekkingskracht van het centrum van geestelijke zwaartekracht overeenkomstig hun kwalitatieve waarde, de daadwerkelijke graad van geest-natuur die zij bezitten. Geest-substantie (kwaliteit) reageert even sterk op geest-zwaartekracht als de georganiseerde energie der fysische materie (kwantiteit) reageert op fysische zwaartekracht. Geestelijke waarden en geest-krachten zijn reëel. Gezien vanuit persoonlijkheid is geest de ziel van de schepping; materie is het schaduwachtige fysieke lichaam.

7:1.4

De reacties en schommelingen van de geest-zwaartekracht zijn altijd in overeenstemming met de inhoud aan geestelijke waarden, de kwalitatieve geestelijke status van een individu of een wereld. Deze aantrekkingskracht reageert ogenblikkelijk op de inter- en intra-geest-waarden in iedere universum-situatie of planetaire omstandigheid. Iedere keer wanneer er zich in de universa een geestelijke realiteit actualiseert, maakt deze verandering de rechtstreekse, ogenblikkelijke heraanpassing van de geest-zwaartekracht noodzakelijk. Zulk een nieuwe geest is daadwerkelijk een deel van de Tweede Bron en Centrum, en even zeker als de sterfelijke mens een wezen wordt bij wie een geest is geïmplanteerd, zal hij de geestelijke Zoon bereiken, het centrum en de bron der geest-zwaartekracht.

7:1.5

De geestelijke aantrekkingskracht van de Zoon is in mindere mate ook inherent aan vele Paradijs-orden van zoonschap. Immers, binnen het circuit van absolute geest-zwaartekracht bestaan ook de plaatselijke stelsels van geestelijke aantrekkingskracht die in de lagere eenheden der schepping functioneren. Zulke sub-absolute focaliseringen van geest-zwaarte-kracht zijn een component van de goddelijkheid der Schepper-persoonlijkheden van tijd en ruimte en zijn gecorreleerd met de wordende experiëntiële albeheersing door de Allerhoogste.

7:1.6

De aantrekking van de geest-zwaartekracht en de respons daarop werken niet alleen in het universum als geheel, maar zelfs tussen individuen, en groepen individuen. Er bestaat een geestelijke neiging tot cohesie tussen de geestelijke persoonlijkheden en door een geest ingewoonde persoonlijkheden van iedere wereld, ieder ras, elke natie en iedere groep gelovige individuen. Er bestaat een directe aantrekkingskracht van geestelijke aard tussen geestelijk gezinde personen met dezelfde voorkeuren en verlangens. De uitdrukking verwante zielen is niet alleen maar beeldspraak.

7:1.7

Evenals de materiële zwaartekracht van het Paradijs is ook de geestelijke zwaartekracht van de Eeuwige Zoon absoluut. Zonde en rebellie kunnen de werking van de circuits in een plaatselijk universum verstoren, maar de geest-zwaartekracht van de Eeuwige Zoon kan door niets buiten werking worden gesteld. De Lucifer-rebellie heeft vele veranderingen in uw stelsel van bewoonde werelden en op Urantia teweeggebracht, maar de geestelijke quarantaine van uw planeet die daarvan het gevolg was, heeft volgens onze waarnemingen geen enkele invloed gehad op de aanwezigheid en werking van de alomtegenwoordige geest van de Eeuwige Zoon, of van het circuit der geest-zwaartekracht dat hiermee is verbonden.

7:1.8

Alle reacties van het circuit der geest-zwaartekracht in het groot universum zijn voorspelbaar. Wij onderkennen alle acties en reacties van de alomtegenwoordige geest van de Eeuwige Zoon en constateren dat deze betrouwbaar zijn. In overeenstemming met welbekende wetten kunnen wij de geestelijke zwaartekracht meten en doen wij dit ook, net zoals de mens de effecten van de eindige fysische zwaartekracht tracht te berekenen. De geest van de Zoon reageert steeds op dezelfde wijze op alle geest-zaken, geest-wezens, en geest-personen, en deze reactie is altijd in overeenstemming met de graad van actualiteit (de kwalitatieve graad van werkelijkheid) van al deze geestelijke waarden.

7:1.9

Maar naast deze zeer betrouwbare en voorspelbare functie van de geestelijke tegenwoordigheid van de Eeuwige Zoon, zien wij verschijnselen die niet zo voorspelbaar zijn in hun reacties. Dergelijke verschijnselen duiden waarschijnlijk op de coördinatieve werking van het Godheid-Absolute in de domeinen van wordend geestelijk potentieel. Wij weten dat de geest-tegenwoordigheid van de Eeuwige Zoon de invloed is van een majesteitelijke, oneindige persoonlijkheid, maar wij kunnen de reacties die wij associëren met de veronderstelde verrichtingen van het Godheid-Absolute niet als echt persoonlijk zien.

7:1.10

Gezien vanuit het standpunt van persoonlijkheid, en door personen, lijken de Eeuwige Zoon en het Godheid-Absolute op de volgende wijze tot elkaar in betrekking te staan: de Eeuwige Zoon beheerst het gebied van de actuele geestelijke waarden, terwijl het Godheid-Absolute het ontzaglijke gebied der potentiële geestelijke waarden schijnt te doordringen. Iedere actuele waarde van geestelijke aard komt in de greep van de zwaartekracht van de Eeuwige Zoon, doch indien een waarde potentieel is, dan klaarblijkelijk in de tegenwoordigheid van het Godheid-Absolute.

7:1.11

Geest lijkt op te komen uit het potentieel van het Godheid-Absolute; evoluerende geest wordt gecorreleerd in de experiëntiële, onvolledige grepen van de Allerhoogste en de Ultieme; uiteindelijk vindt geest haar finale bestemming in de absolute greep van de geestelijke zwaartekracht van de Eeuwige Zoon. Dit lijkt de cyclus te zijn van experiëntiële geest, maar existentiële geest is inherent in de oneindigheid van de Tweede Bron en Centrum.


◄ 7:0
 
7:2 ►