◄ 65:7
Verhandeling 65
66:0 ►

Het opperbestier over de evolutie

8. Evolutie in tijd en ruimte

65:8.1

Tijd en ruimte zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: er bestaat een ingeschapen verband tussen hen. De vertragingen in de tijd zijn onvermijdelijk, gezien bepaalde omstandigheden in de ruimte.

65:8.2

Indien het u verbijstert dat wij zoveel tijd besteden aan het bewerkstelligen van de evolutionaire veranderingen in de ontwikkeling van het leven, zou ik willen zeggen dat wij de levensprocessen niet zo kunnen regelen, dat zij zich sneller ontvouwen dan de fysische metamorfosen van een planeet toelaten. Wij moeten de natuurlijke, fysische ontwikkeling van een planeet afwachten: wij hebben absoluut geen controle over de geologische evolutie. Indien de fysische omstandigheden het zouden toelaten, zouden wij de evolutie van leven in aanmerkelijk kortere tijd dan een miljoen jaar kunnen voltooien. Maar wij staan allen onder het gezag van de Allerhoogste Regeerders op het Paradijs, en op het Paradijs bestaat geen tijd.

65:8.3

De maatstaf waarnaar de individuele mens de tijd afmeet, is de duur van zijn leven. Alle schepselen zijn alzo bepaald door de tijd, en daarom beschouwen zij de evolutie als een lang uitgesponnen proces. Voor degenen onder ons wier levensduur niet is beperkt is door een bestaan in de tijd, lijkt de evolutie niet zo’n langdurige verrichting. Op het Paradijs, waar geen tijd bestaat, zijn deze zaken in het bewustzijn van de Oneindigheid en de handelingen van de Eeuwigheid allemaal nu.

65:8.4

Zoals de evolutie van het bewustzijn afhankelijk is van, en vertraagd wordt door, de langzame ontwikkeling der fysische omstandigheden, zo hangt geestelijke vooruitgang af van de mentale groei en wordt deze altijd vertraagd door verstandelijk achterblijven. Dit betekent echter niet dat geestelijke ontwikkeling afhankelijk is van onderwijs, cultuur of wijsheid. De ziel kan zich ontwikkelen ongeacht mentale beschaving, doch niet bij ontstentenis van de mentale capaciteit en het verlangen om de wil te doen van de hemelse Vader—het kiezen voor overleving en het besluit om tot steeds grotere volmaaktheid te komen. Hoewel de overleving niet afhangt van het bezit van kennis en wijsheid, is dit met vooruitgang wel degelijk het geval.

65:8.5

In de kosmische evolutionaire laboratoria overheerst het bewustzijn altijd de materie, en is geest immer gecorreleerd met bewustzijn. Indien deze uiteenlopende gaven niet met elkaar worden gesynchroniseerd en gecoördineerd, kan dit vertragingen in de tijd veroorzaken, doch indien de individuele mens God werkelijk kent en verlangt hem te vinden en te worden zoals hij is, dan is de overleving zeker, ongeacht de belemmeringen van de tijd. De fysieke toestand kan het bewustzijn benadelen, en mentale perversiteit het bereiken van geestelijke niveaus vertragen, maar geen van deze hindernissen kan de keuze van de wil die met inzet van de gehele ziel gemaakt wordt, teniet doen.

65:8.6

Wanneer de fysische omstandigheden daar rijp voor zijn, kunnen er plotselinge mentale ontwikkelingen plaatsvinden; als de staat van het bewustzijn zich ertoe leent, kunnen er plotselinge geestelijke transformaties optreden; als geestelijke waarden de juiste erkenning krijgen, dan worden er kosmische betekenissen en bedoelingen zichtbaar, en wordt de persoonlijkheid in toenemende mate bevrijd van de belemmeringen van de tijd en verlost van de beperkingen der ruimte.

65:8.7

[Onder verantwoordelijkheid van een Levendrager van Nebadon die op Urantia verblijf houdt.]


◄ 65:7
 
Verhandeling 66 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.