◄ 60:0
Verhandeling 60
60:2 ►

Urantia tijdens de era van het eerste landleven

1. Het vroege reptielentijdperk

60:1.1

De erosie-afzettingen van deze periode waren voornamelijk conglomeraten, leisteen en zandsteen. Het gips en de rode lagen in al deze afzettingen, zowel in Amerika als in Europa, geven aan dat deze continenten een droog klimaat hadden. Deze droge streken stonden bloot aan sterke erosie door de hevige, periodieke wolkbreuken boven de omringende hooglanden.

60:1.2

In deze lagen vindt men weinig fossielen, maar in het zandsteen zijn talrijke voetafdrukken van de landreptielen te zien. In vele streken bevat de driehonderd meter dikke, rode zandsteen-afzetting van deze periode geen fossielen. Landdieren leefden alleen in bepaalde delen van Afrika ononderbroken door.

60:1.3

Deze afzettingen variëren in dikte van 900 tot 3000 meter, en zelfs tot 5400 meter aan de kust van de Grote Oceaan. Later werd er tussen vele van deze lagen lava geperst. De Palissaden van de rivier de Hudson werden gevormd door uitstulpingen van basalt-lava tussen deze lagen uit het Trias. In verschillende delen van de wereld vond op grote schaal vulkanische werking plaats.

60:1.4

In Europa, vooral in Duitsland en Rusland, kunnen afzettingen uit deze periode worden aangetroffen. In Engeland behoort het Nieuwe Rode Zandsteen tot dit tijdvak. Het binnendringen van een zee had tot gevolg dat er in de zuidelijke Alpen kalksteen werd afgezet. Dit kan nu nog worden waargenomen in de vorm van de eigenaardige dolomietkalk-muren, -pieken en -pilaren van die regionen. Deze laag wordt over geheel Afrika en Australië gevonden. Het Carrara-marmer bestaat ook uit zulk gemodificeerd kalksteen. In de zuidelijke streken van Zuid-Amerika zal niets uit deze periode worden aangetroffen, aangezien dat deel van het continent onder water bleef en daardoor alleen een water- of zee-afzetting biedt die een ononderbroken samenhang vertoont met de voorgaande en volgende tijdvakken.

60:1.5

150.000.000 jaar geleden begonnen de eerste perioden van landleven in de wereldgeschiedenis. In het algemeen gedijde het leven niet erg goed, maar toch beter dan tegen het zware, vijandige einde van de era van het zeeleven.

60:1.6

Wanneer deze era begint, liggen de oostelijke en centrale delen van Noord-Amerika, de noordelijke helft van Zuid-Amerika, het grootste deel van Europa en geheel Azië ruim boven water. Noord-Amerika is voor de eerste maal geografisch geïsoleerd, maar niet langdurig, daar de landbrug via de Beringstraat spoedig weer boven water komt en het continent met Azië verbindt.

60:1.7

Parallel aan de kusten van de Atlantische en de Grote Oceaan ontwikkelden zich in Noord-Amerika grote troggen. In oostelijk Connecticut verscheen de grote breuk, waarvan één zijde tenslotte 3000 meter verzonk. Vele van deze Noord-Amerikaanse troggen raakten later opgevuld met erosie-afzettingen, evenals vele bekkens van de zoet- en zoutwatermeren in de bergstreken. Later werden deze opgevulde dalen sterk opgestuwd door lavastromen die zich ondergronds voordeden. De versteende wouden van vele streken behoren tot dit tijdvak.

60:1.8

De kust van de Grote Oceaan, die gedurende de continentale overstromingen doorgaans boven water bleef, ging nu onder water, behalve het zuidelijke deel van Californië en een groot eiland in wat nu de Grote Oceaan is. Deze oude Californische zee was rijk aan zeeleven en strekte zich naar het oosten uit, zodat hij in verbinding stond met het oude zeebekken van het Midwesten.

60:1.9

140.000.000 jaar geleden verschenen, alleen aangekondigd door de twee prereptiele voorouders die zich in het voorgaande tijdvak in Afrika hadden ontwikkeld, plotseling de reptielen in volledig ontwikkelde vorm. Zij ontwikkelden zich vlug, en brachten spoedig krokodillen, geschubde reptielen, en uiteindelijk zowel zeeslangen als vliegende reptielen voort. Hun voorouders die de overgang naar de reptielen hadden gevormd, verdwenen al ras.

60:1.10

Deze zich snel ontwikkelende, reptielachtige dinosaurussen werden al spoedig de alleenheersers van dit tijdperk. Ze legden eieren en onderscheidden zich van alle dieren door hun kleine hersenen die minder dan één pond wogen en waarmee ze lichamen bestuurden die later wel veertig ton wogen. Maar de eerdere reptielen waren kleiner: dit waren vleeseters die net als kangoeroes op hun achterpoten liepen. Ze hadden holle vogelbeenderen en ontwikkelden later slechts drie tenen aan hun achterpoten; veel van hun fossiele voetafdrukken zijn ten onrechte voor die van reuzenvogels gehouden. Later ontwikkelden zich de plantenetende dinosaurussen. Zij liepen op vier poten, en één tak van deze groep ontwikkelde een beschermend pantser.

60:1.11

Verscheidene miljoenen jaren later verschenen de eerste zoogdieren. Deze hadden geen placenta en bleken al spoedig een mislukking te zijn; er overleefde er niet één. Dit was een experimentele poging om zoogdiersoorten te verbeteren, maar op Urantia slaagde deze niet.

60:1.12

Het zeeleven van deze periode was schraal, maar verbeterde snel toen de zee opnieuw opdrong en wederom lange kustlijnen met ondiepe wateren creëerde. Aangezien het meeste ondiepe water rond Europa en Azië lag, kunnen de rijkste fossielbedden rondom deze continenten worden gevonden. Indien ge thans het leven uit dit tijdperk wilt bestuderen, onderzoek dan de Himalaya, Siberië en de Middellandse Zee-gebieden, evenals India en de eilanden in het zuidelijke Grote Oceaan-bassin. Een opvallend kenmerk van het zeeleven was de aanwezigheid van hele scharen prachtige ammonieten, waarvan de fossiele resten over de gehele wereld worden gevonden.

60:1.13

130.000.000 jaar geleden waren de zeeën maar zeer weinig veranderd. Siberië en Noord-Amerika waren met elkaar verbonden door de landbrug van de Beringstraat. Een rijk, uniek zeeleven verscheen langs de Californische kust van de Grote Oceaan, waar meer dan duizend soorten ammonieten zich ontwikkelden uit de hogere soorten koppotigen. De veranderingen in het leven van deze periode waren inderdaad revolutionair, niettegenstaande het feit dat ze geleidelijk, via overgangsfasen, plaatsvonden.

60:1.14

Deze periode duurde meer dan vijfentwintig miljoen jaar en staat bekend als het Trias.


◄ 60:0
 
60:2 ►