◄ 58:3
Verhandeling 58
58:5 ►

Het tot stand brengen van leven op Urantia

4. De era van de dageraad van het leven

58:4.1

Dat wij Levendragers worden genoemd moet u niet in verwarring brengen. Wij kunnen leven naar de planeten brengen, en doen dit ook, maar wij hebben geen leven naar Urantia gebracht. Het leven op Urantia is uniek, het heeft zijn oorsprong op de planeet. Dit hemellichaam is een wereld waar modificaties in het leven zijn aangebracht; alle leven dat hier verscheen werd door ons hier op de planeet zelf geformuleerd, en er is in heel Satania, zelfs in heel Nebadon, geen enkele andere wereld waar het leven precies zo bestaat als op Urantia.

58:4.2

550.000.000 jaar geleden keerde het korps Levendragers naar Urantia terug. In samenwerking met geestelijke machten en bovenfysische krachten organiseerden wij de oorspronkelijke levenspatronen van deze wereld, stelden deze in werking en plantten ze in de gastvrije wateren van dit gebied. Alle planetaire leven (afgezien van buitenplanetaire persoonlijkheden) had tot aan de dagen van Caligastia, de Planetaire Vorst, zijn oorsprong in onze drie oorspronkelijke, identieke en gelijktijdige implantaties van zeeleven. Deze drie implantaties van het leven zijn aangeduid als: de centrale of Eurazisch-Afrikaanse, de oostelijke of Austraal-Aziatische, en de westelijke, die Groenland en de Amerika’s omvat.

58:4.3

500.000.000 jaar geleden had het primitieve plantaardige zeeleven zich goed genesteld op Urantia. Groenland en de arctische landmassa begonnen, samen met Noord- en Zuid-Amerika, aan hun langdurige, langzame drift in westelijke richting. Afrika verplaatste zich enigszins naar het zuiden en deed daardoor tussen zichzelf en de moedermassa een oost-west trog ontstaan, het Middellandse Zeebekken. Antarctica, Australië, en het land dat aangegeven wordt door de eilanden in de Stille Zuidzee, braken in het zuiden en oosten af en zijn sindsdien ver afgedreven.

58:4.4

Wij hadden de primitieve vorm van zeeleven geïmplanteerd in de beschutte tropische baaien van de centrale zeeën van de oost-west-kloof in de uiteenbrekende continentale landmassa. Dat wij drie implantaties van zeeleven uitvoerden, had ten doel te verzekeren dat elke grote landmassa in zijn warmwaterzeeën dit leven met zich mee zou voeren, wanneer het land later uit elkaar zou drijven. Wij voorzagen dat later, in het tijdperk waarin het landleven aan de dag zou treden, deze op drift zijnde continentale landmassa’s door grote oceanen van elkaar gescheiden zouden raken.


◄ 58:3
 
58:5 ►