◄ 56:3
Verhandeling 56
56:5 ►

Universele eenheid

4. Persoonlijkheidsunificatie

56:4.1

De Universele Vader is een goddelijk verenigde persoonlijkheid; hieruit volgt dat al zijn opklimmende kinderen die naar het Paradijs worden gedragen door de terugwerkende impuls van de Gedachtenrichters, welke van het Paradijs zijn uitgegaan teneinde in gehoorzaamheid aan het mandaat van de Vader hun intrek te nemen in materiële stervelingen, eveneens volledig verenigde persoonlijkheden zullen zijn voordat zij Havona bereiken.

56:4.2

Het is inherent aan persoonlijkheid om zich uit te strekken naar alle constituerende realiteiten teneinde deze tot eenheid te brengen. De oneindige persoonlijkheid van de Eerste Bron en Centrum, de Universele Vader, verenigt alle zeven constituerende Absoluten der Oneindigheid. De persoonlijkheid van de sterveling, die een exclusieve, rechtstreekse schenking is van de Universele Vader, bezit eveneens het potentieel om de constituerende factoren van het sterfelijke schepsel te verenigen. Deze verenigende creativiteit van alle schepsel-persoonlijkheid is een merkteken dat zij uit een hoge, exclusieve bron is geboren en bewijst voorts dat zij met deze zelfde bron een ononderbroken betrekking onderhoudt via het persoonlijkheidscircuit, waardoor de persoonlijkheid van het schepsel rechtstreeks, voedend contact onderhoudt met de Vader van alle persoonlijkheid op het Paradijs.

56:4.3

Niettegenstaande het feit dat God manifest is in de domeinen van de Zevenvoudige, en in het bewind van de Allerhoogste en Ultieme tot aan God de Absolute toe, voorziet het persoonlijkheidscircuit met zijn centrum op het Paradijs en in de persoon van God de Vader, in de volledige, volmaakte unificatie van al deze uiteenlopende uitdrukkingen van goddelijke persoonlijkheid, ten aanzien van alle geschapen persoonlijkheden op alle niveaus van intelligent bestaan en in alle gebieden van de volmaakte, vervolmaakte en zich nog vervolmakende universa.

56:4.4

Terwijl God voor en in de universa alles is wat wij u hebben beschreven, is hij niettemin voor u en alle andere Godkennende schepselen één, uw Vader en hun Vader. Voor persoonlijkheid kan God niet meervoudig zijn. God is Vader voor elk van zijn schepselen, en het is letterlijk onmogelijk voor een kind om meer dan één vader te hebben.

56:4.5

Filosofisch, kosmisch, en met betrekking tot distinctieve niveaus en locaties van manifestatie, kunt ge en moet ge u noodzakelijkerwijs de werkzaamheid van meervoudige Godheden voorstellen en het bestaan van meervoudige Triniteiten postuleren, doch in de eerbiedige ervaring van het persoonlijke contact in de godsverering van iedere persoonlijkheid in het gehele meester-universum is God één; en deze verenigde, persoonlijke Godheid is onze Paradijs-ouder, God de Vader, de schenker, bewaarder en Vader van alle persoonlijkheden, van de sterfelijke mens op de bewoonde werelden tot en met de Eeuwige Zoon op het centrale Eiland van Licht.


◄ 56:3
 
56:5 ►