◄ 56:2
Verhandeling 56
56:4 ►

Universele eenheid

3. Geestelijke unificatie

56:3.1

Zoals de universele bewustzijnszwaartekracht zijn centrum heeft in de persoonlijke tegenwoordigheid van de Oneindige Geest op het Paradijs, zo heeft de universele geest-zwaartekracht haar centrum in de persoonlijke tegenwoordigheid van de Eeuwige Zoon op het Paradijs. De Universele Vader is één, maar aan tijd-ruimte wordt hij geopenbaard in de tweevoudige verschijnselen van zuivere energie en zuivere geest.

56:3.2

Geest-werkelijkheden van het Paradijs zijn eveneens één, maar in alle tijd-ruimtesituaties en betrekkingen wordt deze enkelvoudige geest geopenbaard in de tweevoudige verschijnselen van de geest-persoonlijkheden en -emanaties van de Eeuwige Zoon, en de geest-persoonlijkheden en -invloeden van de Oneindige Geest en scheppingen die met dezen zijn verbonden; voorts bestaat er een derde verschijnsel—fragmentaties van zuivere geest—de Gedachtenrichters en andere geest-entiteiten die door de Vader worden geschonken en voorpersoonlijk zijn.

56:3.3

Ongeacht het niveau van universum-activiteiten waarop ge geconfronteerd wordt met geestelijke verschijnselen of in contact treedt met geest-wezens, kunt ge weten dat zij allen afstammen van de God die geest is, door het dienstbetoon van de Geest-Zoon en de Oneindige Bewustzijnsgeest. En deze wijdverbreide geest functioneert als een verschijnsel op de evolutionaire werelden in de tijd zoals zij uit het hoofdkwartier van de plaatselijke universa wordt gedirigeerd. Van deze hoofdwerelden van de Schepper-Zonen komen de Heilige Geest en de Geest van Waarheid, alsmede het dienstbetoon van de assistent-bewustzijnsgeesten, naar de lagere, nog evoluerende niveaus van het materiële bewustzijn.

56:3.4

Terwijl bewustzijn meer geünificeerd is op het niveau van de Meester-Geesten in associatie met de Allerhoogste, en als het kosmische bewustzijn in ondergeschiktheid aan het Absolute Bewustzijn, wordt het geest-dienstbetoon aan de evoluerende werelden meer rechtstreeks verenigd in de persoonlijkheden die resideren op de hoofdkwartieren van de plaatselijke universa en in de personen van de Goddelijke Hulp en Bijstandverleensters die aan het hoofd staan en op hun beurt welhaast volmaakt gecorreleerd zijn met het Paradijs-zwaartekrachtcircuit van de Eeuwige Zoon, waarbinnen finale eenwording van alle tijd-ruimte geest-manifestaties plaatsvindt.

56:3.5

Het vervolmaakte bestaan van schepselen kan worden bereikt, in stand gehouden en ver- eeuwigd door de fusie van zelf-bewustzijn met een fragment van de pre-Triniteit geest-kwaliteit van één der personen van de Paradijs-Triniteit. Het sterfelijke bewustzijn is de schepping van de Zonen en Dochters van de Eeuwige Zoon en de Oneindige Geest, en wanneer het gefuseerd is met de Gedachtenrichter van de Vader, heeft het deel aan de drievoudige geest-kwaliteit aan de evolutionaire gebieden. Deze drie geest-expressies worden echter pas volmaakt verenigd in de volkomenen, precies zoals zij in de eeuwigheid verenigd waren in de Universele IK BEN, voordat deze ooit de Universele Vader van de Eeuwige Zoon en de Oneindige Geest was.

56:3.6

Geest moet immer en uiteindelijk drievoudig worden in uitdrukking en Triniteit-verenigd in finale verwezenlijking. Geest ontspringt aan één bron door een drievoudige uitdrukking; en in finaliteit moet zij haar volle verwezenlijking bereiken, en doet dit ook, in de goddelijke unificatie die ervaren wordt door het vinden van God—eenheid met goddelijkheid—in de eeuwigheid, en door middel van het dienstbetoon van het kosmische bewustzijn dat het eeuwige woord van de universele gedachte van de Vader oneindig tot uitdrukking brengt.


◄ 56:2
 
56:4 ►