◄ 51:0
Verhandeling 51
51:2 ►

De planetaire Adams

1. De Oorsprong en natuur van de Materiële Zonen van God

51:1.1

De materiële of geslachtelijke Zonen en Dochters zijn nakomelingen van de Schepper-Zoon; de Moeder-Geest van het Universum heeft geen deel aan het voortbrengen van deze wezens die bestemd zijn om op de evolutionaire werelden te functioneren als fysieke verheffers.

51:1.2

De materiële orde van zoonschap is niet overal in het plaatselijk universum gelijk. De Schepper-Zoon brengt in elk plaatselijk stelsel slechts één paar van deze wezens voort: deze oorspronkelijke paren zijn uiteenlopend van aard, want zij worden afgestemd op het levens-patroon van hun respectieve stelsels. Dit is een noodzakelijke voorziening, aangezien het reproductieve potentieel van de Adams anders niet samen met dat van de evoluerende stervelingen op de werelden van ieder afzonderlijk stelsel zou kunnen functioneren. De Adam en Eva die naar Urantia kwamen, waren nakomelingen van het oorspronkelijke Materiële Zonen-paar van Satania.

51:1.3

Materiële Zonen variëren in lengte van ongeveer twee meter vijftig tot drie meter, en hun lichaam straalt een schitterend, stralend licht van een violette tint uit. Ofschoon er materieel bloed door hun materiële lichaam circuleert, zijn zij bovendien geladen met goddelijke energie en verzadigd van hemels licht. Deze Materiële Zonen (de Adams) en Materiële Dochters (de Eva’s) zijn elkaars gelijken, en verschillen alleen in hun reproductieve natuur en in bepaalde soorten chemische eigenschappen. Zij zijn gelijk maar gedifferentieerd, mannelijk en vrouwelijk—en dus complementair—en zijn ontworpen om bij bijna alle aanstellingen als paar dienst te doen.

51:1.4

De Materiële Zonen gebruiken twee soorten voedsel: zij zijn werkelijk tweeledig van natuur en constitutie en nemen gematerialiseerde energie tot zich, net als de fysieke wezens van het gebied dit doen, terwijl hun onsterfelijke bestaan geheel in stand wordt gehouden door de rechtstreekse, automatische opname van bepaalde voedende kosmische energieën. Wanneer zij falen op een missie waarop zij zijn aangesteld, of zelfs bewust en opzettelijk in opstand komen, wordt deze orde van Zonen geïsoleerd, afgesneden van de verbinding met de bron van licht en leven in het universum. Daarna worden zij praktisch materiële wezens, voorbestemd om de loop te volgen van het materiële leven op de wereld waar zij waren aangesteld en zijn zij gedwongen om op de magistraten van het universum te vertrouwen voor hun berechting. De materiële dood zal uiteindelijk de planetaire loopbaan van een dergelijke onfortuinlijke en onverstandige Materiële Zoon of Dochter beëindigen.

51:1.5

Een oorspronkelijke of rechtstreeks geschapen Adam en Eva zijn inherent begiftigd met onsterfelijkheid, net zoals alle andere orden van zonen in het plaatselijk universum, maar hun zoons en dochters worden gekenmerkt door een verminderd potentieel tot onsterfelijkheid. Het oorspronkelijke paar kan niet onvoorwaardelijk onsterfelijkheid overdragen op de zoons en dochters die zij voortbrengen. Hun nakomelingen zijn, om in leven te blijven, afhankelijk van ononderbroken intellectuele synchronie met het bewustzijnszwaartekracht-circuit van de Geest. Sinds het ontstaan van het stelsel Satania, zijn er dertien Planetaire Adams verloren gegaan door opstand en nalatigheid, en 681.204 in ondergeschikte vertrouwensposities. De meeste van deze gevallen van desertie vonden plaats ten tijde van de opstand van Lucifer.

51:1.6

Tijdens hun leven als permanente burgers op de hoofdwerelden van de stelsels, en zelfs wanneer zij in functie zijn op missies van afdaling naar de evolutionaire planeten, zijn de Materiële Zonen niet in het bezit van Gedachtenrichters, maar het is juist door deze diensten dat zij de experiëntiële capaciteit verwerven om door Richters ingewoond te worden en de loopbaan van opklimming naar het Paradijs te volgen. Deze unieke, wonderbaarlijk nuttige wezens zijn de verbindingsschakel tussen de geestelijke en de fysieke werelden. Zij wonen hoofdzakelijk op het hoofdkwartier van het stelsel, waar zij zich vermenigvuldigen en zich gedragen als materiële burgers van het gebied, en hiervandaan worden zij uitgezonden naar de evolutionaire werelden.

51:1.7

In tegenstelling tot de andere geschapen Zonen die dienst doen op de planeten, is de materiële orde van zonen van nature niet onzichtbaar voor materiële schepselen zoals de bewoners van Urantia. Deze Zonen van God kunnen gezien en verstaan worden; zij kunnen zich hunnerzijds daadwerkelijk onder de schepselen in de tijd mengen en zouden zich zelfs met dezen kunnen voortplanten, ofschoon deze rol van biologische verheffing gewoonlijk aan de nakomelingen van de Planetaire Adams ten deel valt.

51:1.8

Op Jerusem zijn de getrouwe kinderen van iedere Adam en Eva onsterfelijk, maar de nakomelingen van een Materiële Zoon en Dochter, die verwekt worden na hun aankomst op een evolutionaire planeet, zijn niet aldus tegen de natuurlijke dood bestand. Er vindt een verandering plaats in het mechanisme waarmee het leven wordt overgedragen als deze Zonen worden gerematerialiseerd om zich op een evolutionaire wereld te kunnen voortplanten. De Levendragers ontnemen de Planetaire Adams en Eva’s met opzet de kracht om niet-sterfelijke zoons en dochters voort te brengen. Indien zij niet nalatig zijn op een planetaire missie, kunnen een Adam en Eva onbeperkt blijven voortleven, maar binnen zekere grenzen hebben hun kinderen bij elke volgende generatie een kortere levensduur.


◄ 51:0
 
51:2 ►