◄ 49:5
Verhandeling 49
50:0 ►

De bewoonde werelden

6. Het ontkomen aan de aarde

49:6.1

Stervelingen van alle verschillende fysieke typen en planetaire reeksen genieten gelijkelijk het dienstbetoon van Gedachtenrichters, beschermengelen en de verschillende orden der heerscharen van boodschappers van de Oneindige Geest. Allen worden gelijkelijk uit de banden van het vlees bevrijd door de emancipatie der natuurlijke dood, en allen gaan vandaar gelijkelijk naar de morontia-werelden van geestelijke evolutie en bewustzijnsvooruitgang.

49:6.2

Van tijd tot tijd worden er, op voorstel van de planetaire autoriteiten of de heersers van het stelsel, speciale opstandingen van de slapende overlevenden georganiseerd. Deze opstandingen, waarbij niet allen, maar ‘velen van hen die in het stof slapen, ontwaken,’ vinden ten minste eenmaal per millennium, naar de planetaire tijdrekening, plaats. Deze speciale opstandingen vormen de aanleiding om speciale groepen opklimmenden te mobiliseren voor het verrichten van speciale diensten binnen het plan voor de opklimming van stervelingen in het plaatselijk universum. Zowel praktische redenen als gevoelsbanden hangen samen met deze speciale opstandingen.

49:6.3

Gedurende alle vroege tijdperken van een bewoonde wereld worden velen naar de woningwerelden geroepen ten tijde van de speciale en de millennium-opstandingen, maar de meeste overlevenden worden gerepersonaliseerd bij het inluiden van een nieuwe dispensatie die gepaard gaat met de aankomst van een goddelijke Zoon die op de planeet zal dienen.

49:6.4

1. Stervelingen van de orde die groepsgewijs tot overleving komt bij een nieuwe dispensatie. Wanneer de eerste Richter op een bewoonde wereld arriveert, doen ook de beschermserafijnen hun intrede. Dezen zijn onmisbaar bij het ontkomen aan de aarde. Gedurende de gehele periode van de stilstand van het leven van de slapende overlevenden, worden de geestelijke waarden en eeuwige werkelijkheden van hun nieuw ontwikkelde, onsterfelijke zielen als een heilige verantwoordelijkheid bewaard door de persoonlijke beschermserafijnen of door de groeps-beschermserafijnen.

49:6.5

De groepsbeschermers die zijn toegewezen aan de slapende overlevenden, functioneren altijd samen met de oordeel-Zonen bij hun aankomst op de werelden. ‘Hij zal zijn engelen u itzenden, en zij zullen zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier windstreken.’ Samen met iedere serafijn die is aangesteld bij de repersonalisatie van een slapende sterveling, functioneert ook de teruggekeerde Richter, hetzelfde onsterfelijke Vader-fragment dat in de sterveling leefde tijdens de dagen in het vlees, en zo wordt de identiteit hersteld en de persoonlijkheid weer tot leven gebracht. Gedurende de slaap van hun subject doen deze wachtende Richters dienst op Divinington; zij wonen in deze tussenperiode nooit bij een ander sterfelijk bewustzijn in.

49:6.6

Terwijl op de oudere werelden waar stervelingen leven, die hoog ontwikkelde en uitnemend geestelijke mensentypen worden geherbergd die nagenoeg geheel zijn vrijgesteld van het morontia-leven, worden de vroegere tijdperken van de rassen van dierlijke oorsprong gekenmerkt door primitieve stervelingen, die zo onvolgroeid zijn dat de fusie met hun Richter onmogelijk is. De opwekking van deze stervelingen wordt tot stand gebracht door de beschermserafijn in verbinding met een geïndividualiseerd deel van de onsterfelijke geest van de Derde Bron en Centrum.

49:6.7

Zo worden de slapende overlevenden van een planetair tijdperk gerepersonaliseerd bij de appèls van de nieuwe dispensatie. Maar wat betreft de persoonlijkheden van een bepaald gebied die niet te redden zijn, daar verschijnt geen onsterfelijke geest die samen met de groepsbeschermers der bestemming zou kunnen functioneren, en dit vormt de beëindiging van het bestaan van deze schepselen. Ofschoon deze gebeurtenissen in sommige van uw geschriften worden afgeschilderd als zouden zij plaatsvinden op de planeten waar deze stervelingen sterven, vinden zij in werkelijkheid alle plaats op de woningwerelden.

49:6.8

2. Stervelingen van de orden der individuele opklimming. De individuele vooruitgang van mensen wordt gemeten naar hun successieve bereiken en doorlopen (beheersen) van de zeven kosmische cirkels. Deze cirkels der sterfelijke progressie zijn niveaus van onderling verbonden waarden van intellectuele, sociale, en geestelijke aard en van kosmisch inzicht. Stervelingen beginnen in de zevende cirkel en streven naar de eerste, en allen die de derde cirkel hebben bereikt, krijgen onmiddellijk persoonlijke bestemmingsbehoeders toegewezen. Deze stervelingen kunnen onafhankelijk van de gerechtelijke uitspraken die met nieuwe dispensaties of andere omstandigheden samenhangen, in het morontia-leven worden gerepersonaliseerd.

49:6.9

Gedurende de vroege tijdperken van een evolutionaire wereld worden er maar weinig stervelingen op de derde dag beoordeeld. Maar bij het verstrijken der eeuwen krijgen de vorderende stervelingen steeds meer persoonlijke bestemmingsbehoeders toegewezen, en aldus worden er steeds grotere aantallen van deze evoluerende schepselen gerepersonaliseerd op de eerste woningwereld, drie dagen na hun natuurlijke dood. Bij deze gelegenheid is de terugkeer van de Richter het teken van het ontwaken van de menselijke ziel, en dit is de repersonalisatie van de dode, even letterlijk als wanneer de doden en masse bij name worden opgeroepen aan het einde van een dispensatie op de evolutionaire werelden.

49:6.10

Er zijn drie groepen individuele opklimmenden. De minder gevorderden landen op de aanvangs- of eerste woningwereld. De meer gevorderde groep kan zijn morontia-loopbaan op iedere tussenliggende woningwereld aanvangen, naargelang de planetaire vooruitgang die eerder is gemaakt. De meest gevorderden van deze orden beginnen op de zevende woningwereld werkelijk aan hun morontia-ervaring.

49:6.11

3. Stervelingen van de orden van opklimming die een proeftijd doormaken en afhankelijk zijn. In de ogen van het universum vormt de komst van een Richter de identiteit, en alle wezens die inwoning genieten staan op de justitiële appèllijsten. Maar het leven in de tijd op de evolutionaire werelden is onzeker, en velen sterven in hun jeugd voordat zij de loopbaan naar het Paradijs hebben gekozen. Deze kinderen en jongeren bij wie Richters inwonen, volgen de ouder die de meest gevorderde geestelijke status heeft, en gaan dus naar de wereld der volkomenen van het stelsel (de proef-kinderbewaarplaats) op de derde dag, bij een speciale opstanding, of bij de reguliere millennium-appèls en de appèls bij nieuwe dispensa ties.

49:6.12

Kinderen die sterven als ze nog te jong zijn om een Gedachtenrichter te hebben, worden op de volkomenen-wereld van het plaatselijke stelsel gerepersonaliseerd op het moment dat een van hun beide ouders op de woningwerelden aankomt. Een kind verkrijgt fysieke entiteit bij zijn geboorte als sterveling, maar wat de overleving betreft, worden alle Richterloze kinderen beschouwd als nog verbonden aan hun ouders.

49:6.13

Na verloop van tijd komen Gedachtenrichters bij deze kleintjes inwonen, terwijl het serafijnse dienstbetoon aan de beide groepen der orden die een proeftijd doormaken en afhankelijk zijn, in het algemeen gelijk is aan het dienstbetoon dat de meest gevorderde ouder ontvangt, of gelijkwaardig aan dat van de ouder in het geval dat slechts één ouder tot overleving komt. Aan hen die de derde cirkel bereiken, worden persoonlijke beschermers verleend, ongeacht de status van hun ouders.

49:6.14

Soortgelijke proef-kinderbewaarplaatsen worden op de volkomenen-werelden van de constellatie en de hoofdkwartierwereld van het universum in stand gehouden voor de Richterloze kinderen van de primaire en secundaire gemodificeerde orden van opklimmenden.

49:6.15

4. Stervelingen van de secundaire gemodificeerde orden van opklimming. Dit zijn de voortschrijdende mensen van de tussenliggende evolutionaire werelden. Als regel zijn dezen niet immuun voor de natuurlijke dood, maar zij zijn vrijgesteld van het doorlopen van de zeven woningwerelden.

49:6.16

De minst vervolmaakte groep ontwaakt opnieuw op het hoofdkwartier van hun plaatselijke stelsel, en slaat alleen de woningwerelden over. De tussengroep gaat naar de opleidingswerelden van de constellatie, en slaat het gehele morontia-regime van het plaatselijke stelsel over. Nog later in de planetaire tijdperken van geestelijk streven ontwaken vele overlevenden op de hoofdkwartierwereld van de constellatie en beginnen daar aan de opklimming naar het Paradijs.

49:6.17

Maar voordat deze groepen op weg mogen gaan, moeten zij als instructeurs terugreizen naar de werelden die zij gemist hebben, en doen zij veelsoortige ervaringen op als leraren in die gebieden die zij als leerlingen hebben overgeslagen. Vervolgens gaan zij allen door naar het Paradijs langs de verordineerde routes waarlangs stervelingen voortgang kunnen maken.

49:6.18

5. Stervelingen van de primaire gemodificeerde orde van opklimming. Deze stervelingen behoren tot het soort evolutionair leven dat met de Richter is gefuseerd, maar zij vertegenwoordigen meestal de laatste fasen van menselijke ontwikkeling op een evoluerende wereld. Deze verheerlijkte wezens behoeven niet door de poort van de dood te gaan; zij ondergaan de greep van de Zoon: zij worden uit het midden der levenden weggenomen en verschijnen onmiddellijk in de tegenwoordigheid van de Soevereine Zoon op het hoofdkwartier van het plaatselijke universum.

49:6.19

Dit zijn de stervelingen die tijdens het sterfelijk leven met hun Richter fuseren, en deze met de Richter gefuseerde persoonlijkheden doorkruisen de ruimte vrijelijk voordat zij bekleed worden met een morontia-gestalte. Deze gefuseerde zielen worden door de Richter rechtstreeks vervoerd naar de opstandingsgebouwen op de hogere morontia-werelden, waar zij net als alle andere stervelingen die aankomen uit de evolutionaire werelden, hun eerste morontia-kleed ontvangen.

49:6.20

Tot deze primaire gemodificeerde orde van sterfelijke opklimming kunnen individuen behoren van alle planetaire reeksen van het laagste tot het hoogste stadium der werelden waar fusie met de Richter plaatsvindt, maar de orde functioneert vaker op de oudere werelden, wanneer deze de weldaden hebben ontvangen van de talrijke malen dat de goddelijke Zonen daar hebben vertoefd.

49:6.21

Wanneer het planetaire tijdvak van licht en leven is ingesteld, gaan velen naar de morontia-werelden van het universum via de primaire gemodificeerde orde van overgang. Later in de gevorderde stadia van gestabiliseerd bestaan, als de meerderheid der stervelingen die een gebied verlaten tot deze klasse behoort, wordt de planeet beschouwd als behorend tot deze reeks. De natuurlijke dood komt steeds minder frequent voor op deze werelden die reeds lang bestendigd zijn in licht en leven.

49:6.22

[Aangeboden door een Melchizedek van de School voor Planetair Bestuur op Jerusem.]


◄ 49:5
 
Verhandeling 50 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.