◄ 42:5
Verhandeling 42
42:7 ►

Energie—bewustzijn en materie

6. Ultimatonen, elektronen en atomen

42:6.1

Ofschoon de ruimtelading met universele Paradijskracht homogeen en ongedifferentieerd is, houdt de organisatie van geëvolueerde energie tot materie in dat de energie geconcentreerd wordt tot afzonderlijke massa’s van welomschreven dimensies en een vast gewicht—een nauwkeurige reactie op de zwaartekracht.

42:6.2

Plaatselijke of lineaire zwaartekracht wordt operationeel wanneer de atomaire organisatie der materie verschijnt. Pre-atomaire materie wordt licht reactief op de zwaartekracht wanneer zij door röntgenstralen en andere soortgelijke energieën wordt geactiveerd, maar er wordt geen meetbare lineaire zwaartekrachtaantrekking uitgeoefend op vrije, niet-gebonden en ongeladen elektronische energiedeeltjes, of op niet-gebonden ultimatonen.

42:6.3

Ultimatonen functioneren door onderlinge aantrekking, want zij reageren alleen op de circulaire trekkracht van de Paradijs-zwaartekracht. Zonder reactie op de lineaire zwaartekracht worden zij aldus in de universele voortbeweging der ruimte vastgehouden. Ultimatonen kunnen hun omwentelingssnelheid versnellen tot het punt waar zij gedeeltelijk anti-zwaartekracht-gedrag vertonen, maar zonder krachtorganisatoren of krachtdirigenten kunnen zij niet de kritische ontsnappingssnelheid van deïndividuatie bereiken, ofwel terugkeren tot het stadium van machtige energie. In de natuur ontsnappen ultimatonen pas aan de status van fysisch bestaan wanneer zij deelnemen aan het terminale uiteenvallen van een afgekoelde, stervende zon.

42:6.4

De op Urantia onbekende ultimatonen worden via vele fasen van fysische activiteit vertraagd, voordat zij de omwentelingsenergie bereiken die een voorwaarde is voor de organisatie van elektronen. Ultimatonen kennen drie soorten beweging: onderlinge weerstand tegen kosmische Paradijskracht, individuele omwentelingen van hun anti-zwaartekracht-potentiaal, en de intra-elektronische posities van de honderd ultimatonen die onderling met elkaar zijn verbonden.

42:6.5

Onderlinge aantrekking houdt honderd ultimatonen bijeen wanneer er een elektron wordt gevormd; er zijn bovendien nooit meer of minder dan honderd ultimatonen in een typisch elektron. Het verlies van een of meer ultimatonen doet de typische elektronische identeit teniet, waardoor een van de tien gemodificeerde vormen van het elektron ontstaat.

42:6.6

Ultimatonen beschrijven geen kringloop, noch wervelen zij rond in circuits binnen de elektronen, maar wel spreiden zij zich uit of vormen zij clusters overeenkomstig hun axiale omwentelingssnelheden, waardoor zij de differentiële elektronische dimensies bepalen. Deze zelfde ultimatonische snelheid van axiale omwenteling bepaalt eveneens de negatieve of positieve reacties van de verschillende typen elektronische eenheden. De gehele segregatie en samenvoeging van elektronische materie, evenals de elektrische differentiatie van negatieve en positieve deeltjes van energie-materie, is het gevolg van deze verschillende functies van de samenstellende interassociatie der ultimatonen.

42:6.7

Elk atoom heeft een diameter van iets meer dan een kwart van 1/100.000.000 ste cm, terwijl een elektron iets meer weegt dan 1/2.000 ste deel van het kleinste atoom, waterstof. Hoewel het niet groter behoeft te zijn dan een negatief elektron, weegt het positieve proton, dat kenmerkend is voor de atoomkern, bijna tweeduizend maal zoveel.

42:6.8

Indien de massa van de materie vergroot zou worden totdat een elektron de massa zou hebben van een tiende van een ounce [2,83 gram], dan zou, indien de afmeting vervolgens proportioneel vergroot zou worden, het volume van zulk een elektron even groot worden als dat van de aarde. Indien het volume van een proton—achttienhonderd maal zo zwaar als een elektron—vergroot zou worden tot de omvang van een speldeknop, dan zou, in vergelijking, een speldeknop een diameter krijgen die gelijk zou zijn aan die van de omloop van de aarde om de zon.


◄ 42:5
 
42:7 ►