◄ 40:1
Verhandeling 40
40:3 ►

De Opklimmende Zonen van God

2. Opklimmende Materiële Zonen

40:2.1

De Materiële Zonen Gods worden geschapen in het plaatselijk universum, samen met de Melchizedeks en hun medewerkers, die allen worden geklassificeerd als neerdalende Zonen. De Planetaire Adams—de Materiële Zonen en Dochters van de evolutionaire werelden—zijn ook inderdaad neerdalende Zonen, die omlaag komen naar de bewoonde werelden vanuit de werelden van hun oorsprong, de hoofdwerelden van de plaatselijke stelsels.

40:2.2

Wanneer zo’n Adam en Eva geheel zijn geslaagd in hun gezamenlijke planetaire missie als biologische verheffers, delen zij de bestemming van de bewoners van hun wereld. Wanneer zo’n wereld is bestendigd in de gevorderde stadia van licht en leven, krijgen deze getrouwe Materiële Zoon en Dochter toestemming om alle planetaire bestuurlijke plichten neer te leggen, en als zij aldus zijn vrijgesteld van het avontuur van de neerdaling wordt hun toegestaan zich als vervolmaakte Materiële Zonen te laten inschrijven in de registers van het plaatselijk universum. Wanneer een aanstelling op een planeet lang op zich laat wachten, mogen Materiële Zonen met stationaire status—de burgers van de plaatselijke stelsels—zich eveneens terugtrekken uit hun werkzaamheden op de werelden waar zij deze status hebben en zich op dezelfde wijze laten inschrijven als vervolmaakte Materiële Zonen. Na deze formaliteiten worden deze bevrijde Adams en Eva’s officieel erkend als opklimmende Zonen Gods en kunnen zij onmiddellijk de lange reis naar Havona en het Paradijs aanvangen, beginnend in de status die zij precies op dat moment bezitten en op het geestelijke niveau dat zij hebben bereikt. Zij maken deze reis in gezelschap van de sterfelijke en andere opklimmende Zonen, en vervolgen deze totdat zij God hebben gevonden en het Korps der Sterfelijke Volkomenheid hebben bereikt dat de Paradijs-Godheden eeuwig dient.


◄ 40:1
 
40:3 ►