◄ 31:4
Verhandeling 31
31:6 ►

Het Korps der Volkomenheid

5. Verheerlijkte Materiële Zonen

31:5.1

Er zijn voorzieningen getroffen in de universa in tijd en ruimte waardoor de Adamische burgers van de plaatselijke stelsels op eigen initiatief kunnen verzoeken te worden ontheven van de status van permanent burger, wanneer het verkrijgen van een planetaire aanstelling lang op zich laat wachten. Indien dit verzoek wordt ingewilligd, voegen zij zich bij de opklimmende pelgrims op de hoofdwerelden van de universa en gaan zij daarvandaan verder naar het Paradijs en het Korps der Volkomenheid.

31:5.2

Wanneer een gevorderde evolutionaire wereld de latere era’s van het tijdperk van licht en leven bereikt, kunnen de Materiële Zonen, de Planetaire Adam en Eva, verkiezen om mens te worden; zij ontvangen dan Richters en beginnen aan de evolutionaire loopbaan van opklimming door het universum die leidt naar het Korps van Sterfelijke Volkomenen. Een aantal dezer Materiële Zonen heeft gedeeltelijk gefaald of heeft hun opdracht als biologische versnellers gedeeltelijk verzuimd, zoals Adam op Urantia, en in dat geval zijn zij genoodzaakt om de natuurlijke levensloop van de volken in dat gebied te volgen: zij ontvangen Richters, ondergaan de dood, en vorderen door geloof in het regime der opklimming, waardoor zij vervolgens het Paradijs en het Korps der Volkomenheid bereiken.

31:5.3

Deze Materiële Zonen worden niet in veel compagnieën van volkomenen aangetroffen. Hun aanwezigheid versterkt de mogelijkheden tot hoog dienstbetoon van zulk een groep, en zij worden onveranderlijk tot leiders gekozen. Wanneer het paar uit Eden aan dezelfde groep verbonden is, wordt het hun gewoonlijk toegestaan om gezamenlijk, als één persoonlijkheid, te functioneren. Deze paren in opklimming zijn veel voorspoediger in het avontuur van de trinitisatie dan de stervelingen in opklimming.


◄ 31:4
 
31:6 ►