◄ Verhandeling 191
  Deel 4 ▲
Verhandeling 193 ►
Verhandeling 192

Verschijningen in Galilea

De verschijning bij het meer  •  De apostelen praten twee aan twee met Jezus  •  Op de berg van de bevestiging  •  De bijeenkomst bij het meer

TEGEN de tijd dat de apostelen Jeruzalem verlieten om naar Galilea te gaan, waren de Joodse leiders aanmerkelijk rustiger geworden. Aangezien Jezus alleen verscheen aan zijn familie van gelovigen in het koninkrijk, en aangezien de apostelen zich schuilhielden en niet in het openbaar predikten, waren de oversten der Joden tot de conclusie gekomen dat de evangelie-beweging ten slotte toch met succes de kop was ingedrukt. Natuurlijk waren zij wel ontdaan over de geruchten welke zich steeds meer verspreidden, dat Jezus uit de dood was verrezen, maar zij vertrouwden erop dat de omgekochte wachters al die berichten op afdoende wijze zouden ontzenuwen, door steeds maar weer het verhaal te vertellen dat een troep volgelingen het lichaam had weggehaald.

192:0.2

Van nu af aan, totdat de apostelen verstrooid werden door het opkomende getij van vervolging, was Petrus het algemeen erkende hoofd van het apostolische korps. Jezus had hem nimmer met dit gezag bekleed, en zijn mede-apostelen kozen hem ook nooit formeel voor zulk een verantwoordelijke positie: hij had deze als een natuurlijke zaak op zich genomen en bekleedde deze functie met algemeen goedvinden, ook al omdat hij hun voornaamste prediker was. Van nu af aan werd het prediken in het openbaar de belangrijkste taak der apostelen. Na hun terugkeer uit Galilea werd Mattias, die zij uitkozen om de plaats van Judas in te nemen, hun penningmeester.

192:0.3

Tijdens de week dat zij nog in Jeruzalem bleven wachten, bracht Maria, de moeder van Jezus, de meeste tijd door bij de gelovige vrouwen die logeerden ten huize van Jozef van Arimatea.

192:0.4

Toen de apostelen deze maandag vroeg in de ochtend naar Galilea vertrokken, ging Johannes Marcus ook mee. Hij volgde hen op afstand tot buiten de stad, en toen ze al een heel eind voorbij Betanië waren, mengde hij zich vrijmoedig tussen hen, erop vertrouwend dat zij hem niet terug zouden sturen.

192:0.5

Onderweg naar Galilea onderbraken de apostelen hun tocht verscheidene malen om het verhaal van hun verrezen Meester te vertellen en zodoende kwamen ze pas woensdagavond heel laat in Betsaïda aan. Het was donderdag al twaalf uur toen allen wakker waren en gereed om te ontbijten.


 
 
192:1 ►
Het Urantia Boek