◄ Verhandeling 182
  Deel 4 ▲
Verhandeling 184 ►
Verhandeling 183

Het verraad en de inhechtenis-neming van Jezus

De wil van de Vader  •  Judas in de stad  •  De inhechtenisneming van de Meester  •  De bespreking bij de olijfpers  •  Op weg naar het paleis van de hogepriester

NADAT Jezus Petrus, Jakobus en Johannes de laatste maal gewekt had, stelde hij voor dat zij naar hun tenten zouden gaan en zouden gaan slapen om voorbereid te zijn op de taken van de volgende dag. De drie apostelen waren nu echter klaar wakker: hun korte slaapjes hadden hen verkwikt en hun slaperigheid verdween totaal toen er twee opgewonden koeriers ten tonele verschenen, die vroegen waar David Zebedeüs was en hem snel gingen zoeken toen Petrus hun verteld had waar hij de wacht hield.

183:0.2

Ofschoon acht van de apostelen diep lagen te slapen, waren de Grieken die naast hen hun kamp hadden opgeslagen, bevreesder dat er moeilijkheden in aantocht waren, zozeer zelfs dat zij een schildwacht hadden uitgezet om alarm te slaan ingeval er zich gevaar mocht voordoen. Toen nu deze twee koeriers het kamp in kwamen snellen, besloot de Griekse schildwacht al zijn landgenoten te wekken, en dezen kwamen daarop geheel gekleed en gewapend hun tenten uit. Het hele kamp werd nu gewekt, behalve de acht apostelen. Petrus wilde zijn metgezellen roepen, maar Jezus verbood hem dit uitdrukkelijk. De Meester maande hen allen vriendelijk om naar hun tenten terug te gaan, maar zij aarzelden aan zijn verzoek gehoor te geven.

183:0.3

Omdat hij er niet in slaagde zijn volgelingen te verspreiden, verliet de Meester hen en daalde hij af naar de olijfpers die dicht bij de ingang van het Getsemanepark stond. Ofschoon de drie apostelen en de Grieken, evenals de andere leden van het kampement, aarzelden hem onmiddellijk te volgen, nam Johannes Marcus haastig een omweg door de olijfbomen en verschool zich in een schuurtje dicht bij de olijfpers. Jezus trok zich uit het kamp en van zijn vrienden terug, opdat degenen die hem gevangen kwamen nemen, hem bij hun aankomst zouden kunnen arresteren zonder zijn apostelen in opschudding te brengen. De Meester wilde niet dat zijn apostelen wakker zouden zijn en getuige zouden zijn van zijn arrestatie, omdat hij vreesde dat de aanblik van Judas die hem verried hun vijandigheid zo zou opwekken, dat zij tegenstand zouden bieden aan de soldaten en samen met hemzelf in hechtenis genomen zouden worden. Hij vreesde dat indien zij samen met hem gearresteerd zouden worden, zij ook met hem zouden omkomen.

183:0.4

Ofschoon Jezus wist dat het plan om hem ter dood te brengen was ontstaan in de raadsvergaderingen van de oversten der Joden, was hij zich er ook van bewust dat al deze snode plannen de volle instemming hadden van Lucifer, Satan en Caligastia. En hij wist maar al te goed dat het de rebellen in deze gebieden genoegen zou doen als ze ook alle apostelen met hem ter dood zouden zien brengen.

183:0.5

Jezus ging, alleen, op de olijfpers zitten, waar hij de komst van de verrader afwachtte, en hij werd op dit moment alleen gezien door Johannes Marcus en een ontelbare schare hemelse toeschouwers.


 
 
183:1 ►
Het Urantia Boek