◄ Verhandeling 15
  Deel 1 ▲
Verhandeling 17 ►
Verhandeling 16

De zeven Meester-Geesten

Betrekking tot de drieënige Godheid  •  Betrekking tot de Oneindige Geest  •  Identiteit en diversiteit van de Meester-geesten  •  Eigenschappen en functies van de Meester-geesten  •  Hun betrekking tot schepselen  •  Het kismische bewustzijn  •  Moraliteit, rechtschapenheid, en persoonlijkheid  •  Urantia-persoonlijkheid  •  De realiteit van het menselijke bewustzijn

DE Zeven Meester-Geesten van het Paradijs zijn de primaire persoonlijkheden van de Oneindige Geest. In deze zevenvoudige scheppingsdaad van zelfduplicering heeft de Oneindige Geest de associatiemogelijkheden uitgeput die mathematisch inherent zijn aan het feitelijke bestaan van de drie personen der Godheid. Ware het mogelijk geweest een groter aantal Meester-Geesten voort te brengen, dan zouden zij geschapen zijn, maar aan drie Godheden zijn precies zeven, en niet meer dan zeven, mogelijkheden tot associatie inherent. Dit verklaart dan ook waarom het universum wordt beheerd in zeven grote afdelingen, en waarom het getal zeven van fundamentele betekenis is in de organisatie en het bestuur ervan.

16:0.2

De Zeven Meester-Geesten vinden aldus hun oorsprong in, en ontlenen hun individuele kenmerken aan, de volgende zeven gelijkenissen:

16:0.3

1. de Universele Vader;

16:0.4

2. de Eeuwige Zoon;

16:0.5

3. de Oneindige Geest;

16:0.6

4. de Vader en de Zoon;

16:0.7

5. de Vader en de Geest;

16:0.8

6. de Zoon en de Geest;

16:0.9

7. de Vader, de Zoon en de Geest.

16:0.10

Wij weten zeer weinig omtrent de activiteit van de Vader en de Zoon bij het scheppen van de Meester-Geesten. Blijkbaar werden zij tot aanzijn geroepen door de persoonlijke handelingen van de Oneindige Geest, doch ons is zeer duidelijk onderricht dat zowel de Vader als de Zoon betrokken waren in hun ontstaan.

16:0.11

In hun geestelijke karakter en natuur zijn deze Zeven Geesten van het Paradijs als één, maar in alle andere aspecten van hun identiteit zijn zij zeer verschillend en de gevolgen van hun functioneren in de superuniversa zijn van dien aard, dat de individuele verschillen tussen hen onmiskenbaar waarneembaar zijn. Alle latere plannen voor de zeven segmenten van het groot universum—en zelfs de segmenten van de buiten-ruimte die hieraan zijn gecorreleerd—zijn bepaald door de anders-dan-geestelijke verscheidenheid van deze Zeven Meester-Geesten, die de allerhoogste en ultieme supervisie hebben.

16:0.12

De Meester-Geesten hebben vele functies, maar thans is hun speciale domein de centrale supervisie over de zeven superuniversa. Iedere Meester-Geest heeft een enorm Paradijskracht-focaliserend hoofdkwartier, dat langzaam rondgaat rond de buitenzijde van het Paradijs, altijd in vaste positie tegenover het superuniversum dat rechtstreeks onder zijn supervisie valt, en in het Paradijs-brandpunt van zijn gespecialiseerde universum-krachtbeheersing en segmentale energiedistributie. De radiale grenslijnen van ieder afzonderlijk superuniversum convergeren daadwerkelijk in het Paradijs-hoofdkwartier van de superviserende Meester-Geest.


 
 
16:1 ►
Het Urantia Boek