◄ 151:3
Verhandeling 151
151:5 ►

Het verblijf en onderricht aan de oever van het meer

4. Meer gelijkenissen aan de oever van het meer

151:4.1

De volgende dag onderrichtte Jezus de mensen wederom vanuit de boot, en sprak: ‘Het koninkrijk des hemels is gelijk een man die goed zaad zaaide in zijn akker; terwijl hij sliep, kwam echter zijn vijand en zaaide onkruid tussen de tarwe en spoedde zich heen. En toen de jonge halmen begonnen op te komen en later op het punt stonden vrucht te gaan dragen, kwam ook het onkruid op. Daarop kwamen de dienaren van deze landeigenaar en zeiden tot hem: “Heer, hebt u geen goed zaad in uw akker gezaaid? Vanwaar komt dan dit onkruid?” En hij antwoordde zijn dienaren: “Een vijand heeft dit gedaan.” De dienaren vroegen toen hun meester: “Wilt u dat wij heengaan en dit onkruid uittrekken?” Doch hij antwoordde hen met de woorden: “Neen, anders ontwortelen jullie bij het bijeenhalen daarvan ook het koren. Laat beide liever samen opgroeien tot aan de oogsttijd, wanneer ik tot de maaiers zal zeggen, haal eerst het onkruid bij elkaar en bind het in bossen om te verbranden, en breng daarna het koren bijeen om het in mijn schuur op te slaan.”’

151:4.2

Nadat de mensen enige vragen hadden gesteld, sprak Jezus nog een gelijkenis: ‘Het konink- rijk des hemels is gelijk een mosterdzaadje dat een man in zijn akker zaaide. Een mosterdzaadje is wel het kleinste onder de zaden, maar wanneer het volgroeid is, wordt het het grootste van alle kruiden en is als een boom zodat de vogelen des hemels op de takken kunnen komen rusten.’

151:4.3

‘Het koninkrijk des hemels is ook gelijk een zuurdesem, dat een vrouw pakte en in drie maten meel verborg, waardoor al het meel gezuurd werd.’

151:4.4

‘Het koninkrijk des hemels is ook gelijk een schat die verborgen was in een akker en die door een man werd ontdekt. In zijn blijdschap ging hij heen om alles te verkopen wat hij bezat om voldoende geld te hebben om die akker te kopen.’

151:4.5

‘Het koninkrijk des hemels is ook gelijk een koopman die schone parels zocht; en toen hij een parel van grote waarde gevonden had, ging hij heen en verkocht alles wat hij bezat om de buitengewone parel te kunnen kopen.’

151:4.6

‘Evenzo is het koninkrijk des hemels gelijk een sleepnet dat in de zee werd neergelaten en waarmee allerlei soorten vis werden gevangen. Toen het net vol was, trokken de vissers het op het strand, waar zij gingen zitten om de vis te sorteren, de goede verzamelden zij in vaten en de slechte wierpen zij weg.’

151:4.7

Nog vele andere gelijkenissen sprak Jezus tot de scharen. In feite gaf hij de menigten vanaf die tijd zelden anders dan op deze wijze onderricht. Nadat hij in het openbaar tot zijn gehoor in gelijkenissen had gesproken, zette hij tijdens de avondlessen zijn onderricht gewoonlijk uitgebreider en duidelijker uiteen aan de apostelen en evangelisten.


◄ 151:3
 
151:5 ►