◄ 150:6
Verhandeling 150
150:8 ►

De derde prediktocht

7. Het verblijf in Nazaret

150:7.1

Deze vrijdagmiddag liep Jezus geheel onopgemerkt in Nazaret rond en niemand herkende hem. Hij liep langs het huis waar hij als kind was opgegroeid en langs de timmermanswerkplaats, en bracht een half uur door op de heuvel waar hij als jongen zo had genoten. Sinds de dag dat hij door Johannes in de Jordaan was gedoopt, had zulk een vloedgolf van menselijke emoties de ziel van de Zoon des Mensen niet meer beroerd. Toen hij de berg afliep, hoorde hij het bekende geluid van het blazen van de trompet dat de zonsondergang aankondigde, precies zoals hij het zo vele, vele malen had gehoord toen hij een opgroeiende jongen was in Nazaret. Voordat hij naar het kamp terugkeerde, wandelde hij naar beneden langs de synagoge waar hij naar school was gegaan, en haalde zijn hart op aan vele herinneringen aan zijn kindertijd. Eerder op de dag had Jezus Tomas naar de overste der synagoge gezonden om af te spreken dat hij in de ochtenddienst op de Sabbat zou spreken.

150:7.2

De mensen van Nazaret hadden nooit de naam gehad dat zij godvruchtig waren en rechtvaardig leefden. In de loop der jaren werd dit dorp steeds meer aangestoken door de lage morele normen van het nabijgelegen Sepforis. Tijdens de hele jeugd van Jezus en zijn jaren als jongeman waren de meningen over hem verdeeld geweest in Nazaret; velen hadden het hem kwalijk genomen dat hij naar Kafarnaüm was verhuisd. Ofschoon de inwoners van Nazaret veel hadden gehoord over het doen en laten van hun vroegere timmerman, hadden ze het hem kwalijk genomen dat hij zijn geboortedorp nooit had opgenomen in een van zijn eerdere prediktochten. Ze hadden zeker gehoord van Jezus’ vermaardheid, maar het me- rendeel van de inwoners was boos omdat hij geen van zijn grote werken had gedaan in het stadje waar hij zijn jeugd had doorgebracht. Maandenlang hadden de inwoners van Naza- ret veel over Jezus gesproken, maar over het algemeen hadden ze geen gunstige opinie over hem.

150:7.3

Zo belandde de Meester in een uitgesproken vijandige en overmatig kritische atmosfeer, in plaats van dat hem een welkom thuis werd bereid. Maar dit was nog niet alles. Zijn vijanden, die wisten dat hij deze Sabbat in Nazaret zou doorbrengen en veronderstelden dat hij wel in de synagoge zou spreken, hadden veel ruwe, ongemanierde mannen ingehuurd om hem lastig te vallen en op alle mogelijke manieren onrust te veroorzaken.

150:7.4

De meeste oudere vrienden van Jezus, ook de chazan-leraar uit zijn jonge jaren die zo op hem gesteld was geweest, waren dood of hadden Nazaret verlaten, en de jongere generatie nam hem zijn vermaardheid kwalijk uit sterke afgunst. Ze dachten er niet aan hoe hij zich in zijn jonge jaren had gewijd aan het gezin van zijn vader, en ze hadden bittere kritiek op hem omdat hij naliet zijn broer en getrouwde zusters, die in Nazaret woonden, te bezoeken. De houding die Jezus’ familie ten opzichte van hem had ingenomen, had er eveneens toe bijgedragen dat deze onvriendelijke gevoelens van de burgerij sterker waren geworden. De orthodoxen onder de Joden matigden zich zelfs kritiek aan op Jezus omdat hij op deze Sabbatmorgen op weg naar de synagoge te vlug liep.


◄ 150:6
 
150:8 ►