◄ 149:4
Verhandeling 149
149:6 ►

De tweede prediktocht

5. Onderricht over tevredenheid

149:5.1

Toen Jezus de groep evangelisten bezocht die onder het toezicht van Simon Zelotes werkte, vroeg deze tijdens hun avondbespreking aan de Meester: ‘Waarom zijn sommige mensen zoveel gelukkiger en tevredener dan anderen? Is tevredenheid een zaak van religieuze ervaring?’ In antwoord op de vraag van Simon zei Jezus onder meer:

149:5.2

‘Simon, sommige mensen zijn van nature gelukkiger dan anderen. Buitengewoon veel hangt af van de bereidheid van de mens om zich te laten leiden en richten door de geest van de Vader die in hem woont. Heb je in de Schrift niet de woorden van de wijze gelezen: “De geest van de mens is de kaars van de Heer, die alle schuilhoeken van het hart doorzoekt?” En ook dat zulke door de geest geleide stervelingen zeggen: “De meetsnoeren vielen mij in lieflijke dreven, ja, mijn erfdeel bekoort mij.” “Beter is het weinige van de rechtvaardige dan de rijkdom van vele goddelozen,” want “een goed mens zal vanuit zijn eigen innerlijk verzadigd worden.” “Een blij hart geeft een blij gezicht en is een voortdurend feest. Beter is een weinig in eerbied voor de Heer, dan een grote schat en onrust daarbij. Beter een schotel groenten waar liefde heerst, dan een gemeste os en haat daarbij. Beter een weinig met gerechtigheid dan grote inkomsten zonder rechtschapenheid.” “Een vrolijk hart doet goed als een medicijn.” “Beter een handvol in gemoedsrust dan overvloed met treurnis en kwelling des geestes.”

149:5.3

‘Veel van ’s mensen verdriet komt voort uit zijn teleurgestelde ambities en zijn gekwetste trots. Ofschoon de mensen het aan zichzelf verplicht zijn om het beste te maken van hun leven op aarde, moeten zij, wanneer zij zich op deze wijze oprecht hebben ingespannen, hun lot blijmoedig aanvaarden en met vindingrijkheid het beste maken van wat hun is ten deel gevallen. De moeilijkheden van de mens vinden maar al te vaak hun oorsprong in de angstbodem van zijn eigen natuurlijke hart. “De boze slaat op de vlucht zonder dat iemand hem vervolgt.” “De bozen zijn als de woelige zee, want zij kan niet tot rust komen, maar haar wateren woelen slijk en modder op; er is geen vrede voor de boze, zegt God.”

149:5.4

‘Zoek dus niet naar valse vrede en voorbijgaande vreugde, maar veeleer naar de stoutmoedigheid van het geloof en de zekerheden van het goddelijke zoonschap, die evenwicht, tevredenheid en allerhoogste vreugde in de geest geven.’

149:5.5

Jezus beschouwde deze wereld geenszins als een ‘tranendal.’ Hij zag haar veeleer als het ‘dal waar de ziel ontstaat,’ het geboorteland van de eeuwige, onsterfelijke geesten die opklimmen naar het Paradijs.


◄ 149:4
 
149:6 ►