◄ 144:5
Verhandeling 144
144:7 ►

Op Gilboa en in de Dekapolis

6. De conferentie met de apostelen van Johannes

144:6.1

Omstreeks de eerste oktober waren Filippus en enkelen van zijn medeapostelen in een naburig dorp bezig voedsel in te kopen, toen zij enkele apostelen van Johannes de Doper ontmoetten. Door deze toevallige ontmoeting op de markt werd er in het kamp op de helling van de Gilboa een conferentie van drie weken belegd tussen de apostelen van Jezus en de apostelen van Johannes, want Johannes had kortgeleden twaalf van zijn leidende discipelen tot apostelen benoemd in navolging van het voorbeeld van Jezus. Johannes had dit gedaan omdat Abner, het hoofd van zijn trouwe aanhangers hierop aandrong. Jezus was de hele eerste week van deze gezamenlijke bespreking in het Gilboa-kamp tegenwoordig, maar de laatste twee weken was hij afwezig.

144:6.2

Tegen het begin van de tweede week van deze maand had Abner al zijn metgezellen bijeengebracht in het Gilboa-kamp en was hij bereid in beraad te gaan met de apostelen van Jezus. Drie weken lang vergaderden deze vierentwintig mannen drie keer per dag, zes dagen per week. De eerste week mengde Jezus zich onder hen, in de tussenpozen tussen hun ochtend-, middag-, en avondvergaderingen. Zij wilden dat de Meester bij hun gezamenlijke beraadslagingen aanwezig zou zijn en als voorzitter zou fungeren, doch hij weigerde vastberaden deel te nemen aan hun discussies, ofschoon hij er bij drie gelegenheden wel in toestemde hen toe te spreken. Deze toespraken van Jezus tot de vierentwintig gingen over sympathie, samenwerking, en verdraagzaamheid.

144:6.3

Andreas en Abner wisselden elkaar af als voorzitter van de gezamenlijke vergaderingen van de twee groepen apostelen. Deze mannen hadden vele moeilijkheden te bespreken en talrijke problemen op te lossen. Telkens weer wilden ze hun problemen aan Jezus voorleggen, maar ze kregen alleen te horen: ‘Mij gaan alleen jullie persoonlijke en zuiver religieuze problemen aan. Ik ben de vertegenwoordiger van de Vader voor de individuele mens, niet voor de groep. Indien jullie persoonlijke moeilijkheden hebt in jullie verhouding met God, kom dan bij mij en ik zal je aanhoren en raad geven bij het oplossen van je probleem. Maar wanneer jullie je bezighoudt met de coördinatie van uiteenlopende menselijke interpretaties van religieuze kwesties en met de socialisatie van de religie, is het de bedoeling dat jullie al dergelijke problemen door middel van jullie eigen beslissingen oplost. Ik voel altijd met jullie mee en ben altijd geïnteresseerd, en wanneer het zover is dat jullie besluiten neemt in deze zaken van niet-geestelijke aard, dan beloof ik van te voren, mits jullie het allen eens zijn, dat ik ze geheel zal goedkeuren en van harte eraan zal meewerken. Ik ga jullie nu voor twee weken verlaten om jullie vrij te laten in jullie beraadslagingen. Maak je geen zorgen over mij, want ik kom bij jullie terug. Ik zal mij bezighouden met de zaken van mijn Vader, want wij hebben nog andere gebieden naast dit.’

144:6.4

Na deze woorden daalde Jezus de berg af en gedurende twee volle weken zagen ze hem niet terug. Ze kwamen nooit te weten waar hij heenging of wat hij deze dagen deed. Er was enige tijd mee gemoeid voordat de vierentwintig er rustig voor konden gaan zitten om hun problemen ernstig te bespreken, zo waren ze in verwarring gebracht door de afwezigheid van de Meester. Binnen een week echter zaten ze weer middenin hun discussies, en ze konden niet naar Jezus gaan om hulp.

144:6.5

Het eerste punt waarover de groep overeenstemming bereikte, was het aannemen van het gebed dat Jezus hun zo kortgeleden had geleerd. Met algemene stemmen werd besloten om dit gebed te aanvaarden als het gebed dat door beide groepen apostelen aan de gelovigen zou worden onderricht.

144:6.6

Vervolgens werd besloten dat zolang Johannes in leven was, hetzij in de gevangenis of daarbuiten, beide groepen van twaalf apostelen met hun eigen werk zouden doorgaan, en dat zij eens in de drie maanden een week lang samen zouden vergaderen op plaatsen die telkens zouden worden overeengekomen.

144:6.7

Maar het ernstigste probleem dat zij hadden was de kwestie van de doop. Hun moeilijkheden waren des te groter omdat Jezus had geweigerd ook maar enige uitspraak te doen over dit onderwerp. Ten slotte kwamen ze dit overeen: zolang Johannes in leven was, of totdat zij gezamenlijk dit besluit zouden bijstellen, zouden alleen de apostelen van Johannes gelovigen dopen, en zouden alleen de apostelen van Jezus de nieuwe discipelen het laatste onderricht geven. Dienovereenkomstig werden vanaf dit moment tot aan de dood van Johannes, Jezus en zijn apostelen vergezeld door twee van de apostelen van Johannes om de gelovigen te dopen, want de gezamenlijke vergadering had eenstemmig besloten dat de doop de eerste stap zou worden in de uiterlijke band van de gelovige met de aangelegenheden van het koninkrijk.

144:6.8

Vervolgens kwamen zij overeen dat ingeval Johannes zou sterven, zijn apostelen zich bij Jezus zouden vervoegen en zich onder diens leiding zouden plaatsen, en dat zij dan niet meer zouden dopen, tenzij zij daartoe gemachtigd werden door Jezus of diens apostelen.

144:6.9

Daarna werd bij stemming besloten dat in het geval van de dood van Johannes, de apostelen van Jezus zouden beginnen te dopen met water als zinnebeeld van de doop van de goddelijke Geest. Of berouw al of niet verbonden zou worden aan de prediking van de doop, bleef facultatief: er werd geen besluit genomen dat de groep hiertoe zou verbinden. De apostelen van Johannes predikten, ‘Heb berouw en wordt gedoopt.’ De apostelen van Jezus verkondigden, ‘Geloof en wordt gedoopt.’

144:6.10

En dit is het relaas van de eerste pogingen van de volgelingen van Jezus om activiteiten met uiteenlopende doeleinden te coördineren, om meningsverschillen te overbruggen, om ondernemingen van groepen te organiseren, voorschriften te geven inzake hetgeen naar buiten in acht genomen diende te worden, en hun persoonlijke religieuze praktijken te socialiseren.

144:6.11

Vele andere zaken van minder belang werden besproken en de oplossingen voor deze problemen werden met algemene stemmen aanvaard. Deze vierentwintig mannen maakten in deze twee weken, toen ze zich gedwongen zagen problemen onder ogen te zien en moeilijkheden te beslechten zonder Jezus, waarlijk opmerkelijke dingen mee. Zij leerden verschil van inzicht te hebben, te debatteren, te betogen, te bidden en compromissen aan te gaan, en gedurende dit alles begrip te blijven houden voor de zienswijze van de ander, en althans een zekere mate van verdraagzaamheid te behouden ten aanzien van diens eerlijke meningen.

144:6.12

In de middag dat zij hun laatste discussie hadden over financiële zaken, keerde Jezus terug, hoorde het verslag van hun besprekingen aan, luisterde naar wat zij besloten hadden, en zei: ‘Dit zijn dan jullie conclusies, en ik zal ieder van jullie helpen om jullie gezamenlijke besluiten naar de geest uit te voeren.’

144:6.13

Twee en een halve maand hierna werd Johannes geëxecuteerd, en deze gehele periode bleven de apostelen van Johannes bij Jezus en de twaalf. Tijdens deze arbeidsperiode in de steden van de Dekapolis werkten zij allen samen en doopten de gelovigen. Het Gilboa-kamp werd opgebroken op 2 november, a.d. 27.


◄ 144:5
 
144:7 ►