◄ 143:3
Verhandeling 143
143:5 ►

De tocht door Samaria

4. De Joden en de Samaritanen

143:4.1

Meer dan zeshonderd jaar lang hadden de Joden uit Judea, en later ook die uit Galilea, in vijandschap geleefd met de Samaritanen. Deze vijandige gezindheid tussen de Joden en de Samaritanen was op de volgende wijze ontstaan: toen Sargon, de koning van Assyrië, ongeveer zevenhonderd jaar v.Chr. een opstand had neergeslagen in centraal Palestina, voerde hij meer dan vijfentwintigduizend Joden uit het noordelijk koninkrijk van Israel in ballingschap en liet hij een ongeveer gelijk aantal afstammelingen van de Kusieten, Sefarwiten, en Hamatieten zich in hun plaats vestigen. Later stuurde Assurbanipal nog andere kolonisten naar Samaria om zich daar te vestigen.

143:4.2

De godsdienstige vijandschap tussen de Joden en de Samaritanen dateerde van de terugkeer der eerstgenoemden uit de Babylonische ballingschap, toen de Samaritanen het erop aanlegden de wederopbouw van Jeruzalem te verhinderen. Later krenkten zij de Joden door vriendenhulp te verlenen aan de legers van Alexander. Als beloning voor hun vriendschap gaf Alexander de Samaritanen toestemming om een tempel te bouwen op de berg Gerizim, waar zij Jahweh en hun stamgoden vereerden, en offeranden brachten ongeveer zoals dit in de tempeldiensten in Jeruzalem gebruikelijk was. Met deze eredienst gingen zij zeker door tot de tijd der Maccabeeën, toen Johannes Hyrcanus hun tempel op de berg Gerizim verwoestte. Toen de apostel Filippus na de dood van Jezus onder de Samaritanen ging werken, hield hij vele samenkomsten op de plek van deze oude Samaritaanse tempel.

143:4.3

De vijandschap tussen de Joden en de Samaritanen was een aloud, historisch gegeven: sedert de dagen van Alexander hadden ze steeds minder met elkaar te maken gehad. De twaalf apostelen voelden geen weerzin tegen het prediken in de Griekse en andere niet-Joodse steden in de Dekapolis en Syrië, maar hun trouw aan de Meester werd danig op de proef gesteld toen hij zei: ‘Laten wij naar Samaria gaan.’ In de periode van meer dan een jaar die zij nu met Jezus hadden doorgebracht, hadden ze echter een mate van persoonlijke trouw ontwikkeld die zelfs hun geloof in zijn leer en hun vooroordelen tegen de Samaritanen te boven ging.


◄ 143:3
 
143:5 ►