◄ 136:6
Verhandeling 136
136:8 ►

De doop en de veertig dagen

7. De derde beslissing

136:7.1

Nadat hij zijn beslissingen had genomen met betrekking tot zaken als voedsel en de fysieke zorg voor de behoeften van zijn materiële lichaam, de zorg voor zijn eigen gezondheid en die van zijn metgezellen, waren er nog andere problemen op te lossen. Wat moest zijn instelling zijn ten opzichte van gevaren voor zijn eigen persoon? Hij besloot zijn menselijke veiligheid normaal te bewaken en een redelijke mate van voorzorg in acht te nemen om een ontijdige beëindiging van zijn loopbaan in het vlees te voorkomen, maar af te zien van elke bovenmenselijke interventie wanneer de crisis van zijn leven in het vlees zou komen. Toen hij dit besluit formuleerde, zat Jezus in de schaduw van een boom op een richel in de rots die uitstak boven een afgrond pal vóór hem. Hij besefte ten volle dat hij zich van de rotswand af naar beneden kon werpen in de ruimte en dat er niets zou kunnen gebeuren dat hem zou deren, mits hij zijn eerste grote beslissing zou herroepen, de beslissing dat hij niet de tussenkomst van zijn hemelse verstandelijke wezens zou inroepen bij de uitvoering van zijn levenswerk op Urantia, en op voorwaarde dat hij zijn tweede beslissing, die betrekking had op zijn houding ten aanzien van zelfbehoud, ongedaan zou maken.

136:7.2

Jezus wist dat zijn landgenoten een Messias verwachtten die boven de wetten der natuur zou staan. Hem was de plaats in de Schrift goed onderricht, waar gezegd wordt: ‘Geen kwaad zal u overkomen, noch zal enige plaag uw tent naderen. Want hij zal zijn engelen bevelen u te bewaren op al uw wegen. Zij zullen u op hun handen dragen opdat uw voet zich aan geen steen stoot.’ Zou dit soort aanmatiging, dit tarten van de wetten van de zwaartekracht van zijn Vader, gerechtvaardigd zijn om zichzelf tegen mogelijk letsel te beschermen, of misschien het vertrouwen te winnen van zijn verkeerd onderrichte en in verwarring verkerend volk? Doch deze weg, hoe bevredigend zij ook voor de naar tekenen zoekende Joden mocht zijn, zou geen openbaring zijn van zijn Vader, maar een bedenkelijk spelen met de ingestelde wetten van het universum van universa.

136:7.3

Wanneer ge dit alles begrijpt en weet dat de Meester weigerde te handelen in strijd met zijn ingestelde wetten der natuur voorzover het zijn persoonlijke gedrag betrof, weet ge ook zeker dat hij nooit op het water heeft gelopen of iets anders heeft gedaan dat zijn materiële orde van het bestuur van de wereld geweld aandeed; hierbij moet natuurlijk wel steeds in gedachten worden gehouden dat er tot dusver nog geen manier gevonden was om hem volledig te verlossen van zijn gebrek aan beheersing over het element van de tijd in verband met de zaken die onder de jurisdictie van de Gepersonaliseerde Richter waren geplaatst.

136:7.4

Zijn hele aardse leven hield Jezus zich consequent aan dit besluit. Of de Farizeeën hem nu honend vroegen hun een wonderteken te geven, of de omstanders op Golgota hem uitdaagden om van het kruis af te komen, hij bleef standvastig bij de beslissing die hij in dit uur op de helling van de heuvel had genomen.


◄ 136:6
 
136:8 ►