◄ Verhandeling 127
  Deel 4 ▲
Verhandeling 129 ►
Verhandeling 128

Jezus als jongeman

Het eenentwintigste jaar (A.D. 15)  •  Het tweeëntwintigste jaar (A.D. 16)  •  Het drieëntwintigste jaar (A.D. 17)  •  De episode in Damascus  •  Het vierentwintigste jaar (A.D. 18)  •  Het vijfentwintigste jaar (A.D. 19)  •  Het zesentwintigste jaar (A.D. 20)

TOEN Jezus van Nazaret de eerste jaren van zijn volwassenheid inging, had hij een normaal leven zoals de gemiddelde mens op aarde achter zich en dit zette zich op dezelfde wijze voort. Jezus was op deze wereld gekomen net zoals andere kinderen: met de keuze van zijn ouders had hij niets te maken gehad. Wel had hij juist deze wereld uitgekozen als de planeet waarop hij zijn zevende en laatste zelfschenking zou volvoeren, zijn incarnatie in de gelijkenis van het sterfelijk vlees, maar voor het overige deed hij op natuurlijke wijze zijn intrede in deze wereld, groeide op als een kind van dit gebied en worstelde met de wisselvalligheden in zijn omgeving, net zoals andere stervelingen op deze en gelijksoortige werelden.

128:0.2

Houdt steeds de tweeledige bedoeling van de zelfschenking van Michael op Urantia voor ogen:

128:0.3

1. het zich eigen maken van de ervaring van het gehele leven van een menselijk schepsel in het sterfelijk vlees, de voltooiing van zijn soevereiniteit in Nebadon;

128:0.4

2. het openbaren van de Universele Vader aan de sterfelijke bewoners van de werelden in tijd en ruimte, en deze stervelingen op een betere, doeltreffender manier tot een juister begrip van de Universele Vader te brengen.

128:0.5

Alle andere weldaden en voordelen voor zijn schepselen en universum waren secundair en bijkomstig bij deze grote doeleinden van de zelfschenking als sterveling.


 
 
128:1 ►
Het Urantia Boek