◄ 120:2
Verhandeling 120
120:4 ►

De zelfschenking van Michael op Urantia

3. Verdere raad en adviezen

120:3.1

Broeder, nu ge aanstalten maakt naar Urantia te vertrekken en ik u heb geraden ten aanzien uw algemene optreden tijdens uw zelfschenking, wil mij dan toestaan u ten afscheid bepaalde adviezen voor te leggen die tot stand zijn gekomen in overleg met Gabriël en te maken hebben met ondergeschikte apspecten van uw leven als sterveling. Wij stellen u dan voor:

120:3.2

‘1. dat ge bij het streven naar het ideaal van uw leven als sterveling op aarde ook enige aandacht schenkt aan de verwezenlijking van enkele praktische zaken die van direct nut zijn voor uw medemensen, en daarvan voorbeelden geeft.

120:3.3

‘2. Geef, wat familieverhoudingen betreft, voorrang aan de algemeen aanvaarde zeden en gewoonten van het gezinsleven zoals ge dit in de tijd en generatie van uw zelfschenking zult aantreffen. Leid uw familie- en gemeenschapsleven volgens de gebruiken van het volk waaronder ge hebt verkozen te verschijnen.

120:3.4

‘3. Wij adviseren u wat uw betrekkingen tot de maatschappelijke orde betreft, uw inspanningen hoofdzakelijk te beperken tot geestelijke vernieuwing en intellectuele emancipatie. Vermijd iedere verwikkeling in de economische structuur en politieke overtuigingen van uw tijd. Meer in het bijzonder zult ge u wijden aan het leiden van het ideale religieuze leven op Urantia.

120:3.5

‘4. Onder geen enkele omstandigheid dient ge, zelfs niet in het kleinste detail, in te grijpen in de normale, ordelijke en progressieve evolutie van de rassen op Urantia. Dit verbod dient ge echter niet op te vatten als een beperking van uw inspanningen om op Urantia een duurzaam en beter stelsel van positieve religieuze ethiek achter te laten. Als dispensationele Zoon geniet ge zekere voorrechten inzake de verbetering van de geestelijke en religieuze status van de volkeren der wereld.

120:3.6

‘5. Als het u dienstig voorkomt, zult ge u vereenzelvigen met bestaande religieuze en geestelijke bewegingen die op Urantia kunnen worden aangetroffen, maar tracht op alle mogelijke manieren te vermijden dat er formeel een georganiseerde cultus, een gekristalliseerde godsdienst of een afzonderlijke ethische groepering van stervelingen wordt ingesteld. Uw leven en onderricht moeten het gemeenschappelijke erfdeel worden van alle religies en alle volken.

120:3.7

‘6. Opdat ge niet onnodig zult bijdragen tot het scheppen van latere stereotiepe stelsel van godsdienstige geloofsovertuigingen op Urantia, of andere religieuze bindingen van niet-progressieve typen, raden wij u voorts nog dit: laat geen geschriften achter op de planeet. Schrijf niet op duurzaam materiaal; verbied uw metgezellen afbeeldingen van u te maken als sterveling. Zorg ervoor dat er bij uw vertrek niets op de planeet achterblijft dat mogelijkerwijs tot afgoderij zou kunnen leiden.

120:3.8

‘7. Hoewel ge het normale, gemiddelde sociale leven op de planeet zult leiden, aangezien ge een normale mens van het mannelijk geslacht zult zijn, zult ge waarschijnlijk niet de huwelijksband aangaan, een band die volkomen eervol zou zijn en verenigbaar met uw zelfschenking; ik moet u er echter aan herinneren dat één van de incarnatie-voorschriften van Sonarington verbiedt dat er menselijke nakomelingen door een zelfschenking-Zoon uit het Paradijs worden achtergelaten op een planeet.

120:3.9

‘8. Wat alle andere details van uw aanstaande zelfschenking betreft, zouden wij u willen toevertrouwen aan de leiding van de inwonende Richter, aan het onderricht van de immer-tegenwoordige goddelijke geest die de mens geleidt, en aan het oordeel der rede van het groeiende menselijke bewustzijn waarmee ge langs erfelijke weg zult worden begiftigd. Zulk een associatie van de eigenschappen van een schepsel en een Schepper zal u in staat stellen voor ons het volmaakte leven te leiden van de mens op de planetaire werelden, niet noodzakerlijkerwijze volmaakt in de ogen van ieder mens in iedere generatie op iedere wereld (en zeker niet op Urantia), maar een geheel en allerhoogst vervuld leven naar het oordeel van de werelden in uw uitgestrekte universum die een hogere volmaaktheid kennen en leren kennen.

120:3.10

‘En moge nu uw en mijn Vader die ons altijd heeft ondersteund in al onze verrichtingen in het verleden, u geleiden en ondersteunen en met u zijn van het moment dat ge ons verlaat en het opgeven van de bewustheid van uw persoonlijkheid volbrengt, gedurende de gehele periode dat ge geleidelijk uw goddelijke identiteit weer gaat onderkennen zoals deze is geïncarneerd in menselijke gedaante, en in uw gehele verdere zelfschenkingservaring op Urantia, tot ge bevrijd wordt van het vlees en opvaart tot de rechterhand van soevereiniteit van onze Vader. Wanneer ik u terugzie op Salvington, zullen wij u bij ons verwelkomen als de allerhoogste, absolute soeverein over dit universum dat ge zelf gemaakt en gediend hebt, en dat ge dan volkomen zult begrijpen.

120:3.11

‘In uw plaats regeer ik nu. Als plaatsvervangend soeverein neem ik de rechtsbevoegdheid in heel Nebadon over gedurende de tussentijd van uw zevende, sterfelijke, zelfschenking op Urantia. U, Gabriël, draag ik op de Zoon des Mensen te behoeden die op het punt staat te verschijnen, tot hij na korte tijd in macht en heerlijkheid, als de Zoon des Mensen en de Zoon van God, tot mij zal worden teruggezonden. Gabriël, ik ben uw soeverein totdat Michael aldus terugkeert.’

* * *

120:3.12

In tegenwoordigheid van heel Salvington dat was samengekomen, verwijderde Michael zich onmiddellijk daarop uit ons midden, en wij zagen hem niet meer op zijn gewone plaats totdat hij terugkeerde als de allerhoogste, persoonlijke regeerder over het universum toen hij de loopbaan van zijn zelfschenking op Urantia had voltooid.


◄ 120:2
 
120:4 ►