◄ 113:1
Verhandeling 113
113:3 ►

De Serafijnse Bestemmingsbehoeders

2. De bestemmingsbehoeders

113:2.1

Serafijnen staan pas bekend als bestemmingsbehoeders wanneer zij worden aangesteld om zich aan te sluiten bij een menselijke ziel die een of meer van de volgende drie prestaties tot stand heeft gebracht: hij heeft het allerhoogste besluit genomen om Godgelijk te worden, hij is in de derde cirkel aangekomen, of is gerecruteerd in een van de korpsen der bestemmingsreservisten.

113:2.2

Bij de evolutie der rassen wordt een bestemmingsbehoeder toegewezen aan de allereerste mens die de vereiste cirkel verovert. Rantowoc, een wijze man van het rode ras uit het verre verleden, was de eerste sterveling op Urantia die een persoonlijke behoeder kreeg.

113:2.3

Alle engelen die worden aangesteld komen uit een groep serafijnen die zich vrijwillig aanbiedt, en deze aanstellingen vinden altijd plaats overeenkomstig de menselijke behoeften en de status van het engelenpaar—in het licht van de ervaring, bekwaamheid en wijsheid van de serafijnen. Alleen serafijnen die reeds lang dienst doen, de meer ervaren en beproefde soorten, worden aangesteld als bestemmingsbehoeders. Vele behoeders hebben ruimschoots waardevolle ervaring opgedaan op de werelden die behoren tot de serie waar niet-Richter-fusies plaatsvinden. Evenals de Richters, vergezellen de serafijnen deze mensen tijdens de duur van een enkel leven, en worden dan bevrijd zodat zij opnieuw kunnen worden aangesteld. Vele behoeders op Urantia hebben dergelijke eerdere praktische ervaring opgedaan op andere werelden.

113:2.4

Wanneer mensen niet tot overleving komen, kunnen hun persoonlijke of groepsbehoeders herhaaldelijk op dezelfde planeet dienstdoen in dezelfde capaciteit. De serafijnen ontwikkelen een gevoelvolle belangstelling voor individuele werelden en koesteren een speciale genegenheid voor bepaalde rassen en soorten stervelingen met wie zij nauw en innig verbonden zijn geweest.

113:2.5

De engelen ontwikkelen een blijvende genegenheid voor hun menselijke metgezellen en als gij de serafijnen zoudt kunnen zien, zoudt ge ook een warme genegenheid voor hen gaan voelen. Als ge ontdaan zoudt zijn van uw materiële lichaam en u een geest-gedaante zou worden gegeven, zoudt ge in vele persoonlijkheidskenmerken dichtbij de engelen staan. Zij delen de meeste van uw emoties en hebben er nog enkele meer. De enige emotie die u drijft en die voor hen ietwat moeilijk te begrijpen is, is de erfenis van dierlijke vrees die zo’n grote plaats inneemt in het mentale leven van de gemiddelde bewoner van Urantia. De engelen kunnen werkelijk moeilijk begrijpen waarom ge uw hogere intellectuele vermogens, ja zelfs uw religieus geloof, zo hardnekkig laat beheersen door vrees en zo volkomen laat demoraliseren door de gedachteloze paniek van ontzetting en angst.

113:2.6

Alle serafijnen hebben een eigen naam, maar in de verslagen van hun aanstellingen bij de dienst van de werelden worden zij vaak aangeduid met hun planetaire nummer. Op het hoofdkwartier van het universum worden zij met naam en nummer geregistreerd. De bestemmingsbehoeder van het menselijke subject dat in deze contactuele communicatie wordt gebruikt, is nummer 3 van groep 17, van compagnie 126, bataljon 4, eenheid 384, legioen 6, heerschare 37, van het 182.314e serafijnse leger van Nebadon. Het huidige planetaire aanstellingsnummer van deze serafijn op Urantia en bij dit menselijke subject, is 3.641.852.

113:2.7

Voor het dienstbetoon als persoonlijk behoeder, de aanstelling van engelen als bestemmingsbehoeders, bieden serafijnen altijd vrijwillig hun diensten aan. In de stad van deze visitatie is een bepaalde sterveling recentelijk toegelaten tot het korps van bestemmingsreservisten, en aangezien dergelijke mensen allen persoonlijk worden begeleid door beschermengelen, boden zich meer dan honderd bevoegde serafijnen aan om te worden aangesteld. De planetaire bestuurder selecteerde twaalf meer ervaren individuen, en stelde vervolgens de serafijnen aan die door dezen werden geselecteerd als het meest geschikt om deze mens op zijn levensreis te geleiden. Dat wil zeggen, zij selecteerden een bepaald paar gelijkelijk bevoegde serafijnen; een van dit serafijnse paar zal altijd in functie zijn.

113:2.8

De taken van serafijnen kennen weliswaar geen onderbreking, maar elke serafijn van een paar kan zich afzonderlijk van alle dienstverlenende verantwoordelijkheden kwijten. Serafijnen dienen gewoonlijk in paren, net zoals cherubijnen, maar anders dan hun minder gevorderde medewerkers werken de serafijnen soms ook alleen. In praktisch al hun contacten met mensen kunnen zij als individuen functioneren. De beide engelen zijn alleen nodig voor communicatie en voor dienst op de hogere circuits van de universa.

113:2.9

Wanneer een serafijns paar een aanstelling als behoeders aanneemt, doen zij gedurende de rest van het leven van die mens dienst. Het complement van zijn (een van de twee engelen) wordt de rapporteur van de onderneming. Deze complementaire serafijnen zijn de engelen die de gegevens over de stervelingen van de evolutionaire werelden optekenen. De verslagen worden bewaard door het cherubijnse paar (een cherubijn en een sanobijn) dat altijd met de serafijnse beschermengelen meewerkt, maar een van de serafijnen draagt altijd de verantwoordelijkheid voor deze verslagen.

113:2.10

Om te kunnen rusten en opnieuw geladen te kunnen worden met de levensenergie van de universum-circuits, wordt de beschermengel periodiek afgelost door haar complement, en tijdens haar afwezigheid functioneert de met hen verbonden cherubijn als rapporteur; dit is ook het geval wanneer de complementaire serafijn om dezelfde redenen afwezig is.


◄ 113:1
 
113:3 ►