◄ 113:0
Verhandeling 113
113:2 ►

De Serafijnse Bestemmingsbehoeders

1. De beschermengelen

113:1.1

Wat u aangaande beschermengelen is onderricht is geen mythe: bepaalde groepen mensen hebben werkelijk persoonlijke engelen. Het was uit erkentelijkheid hiervoor, dat Jezus zei, toen hij sprak over de kinderen van het hemelse koninkrijk: ‘Ziet toe dat ge niet een van deze kleinen veracht, want ik zeg u, hun engelen zien altijd de aanwezigheid van de geest van mijn Vader.’

113:1.2

Oorspronkelijk werden de serafijnen toegewezen aan ieder afzonderlijk mensenras op Urantia. Maar na de zelfschenking van Michael worden zij aangesteld overeenkomstig de intelligentie, de geestelijkheid en de bestemming van de mens. Verstandelijk is de mensheid onderverdeeld in drie klassen:

113:1.3

1. Mensen met een subnormaal bewustzijn—degenen die geen normaal wilsvermogen hebben; degenen die geen gewone, doorsnee beslissingen nemen. Deze klasse omvat hen die God niet kunnen begrijpen; zij missen de capaciteit tot intelligente verering van de Godheid. Aan de subnormale mensen op Urantia is één korps serafijnen, één compagnie met één bataljon cherubijnen, toegewezen die hen bijstaan en erop toezien dat hun recht en barmhartigheid geschiedt in de levenstrijd op uw wereld.

113:1.4

2. Het gemiddelde, normale type menselijk bewustzijn. Vanuit het standpunt van het serafijns dienstbetoon worden de meeste mannen en vrouwen ondergebracht in zeven klassen, overeenkomstig de status die zij bereikt hebben in de cirkels van menselijke vooruitgang en geestelijke ontwikkeling.

113:1.5

3. Mensen met een bovennormaal bewustzijn—degenen die grootse beslissingen nemen en over ontwijfelbaar potentieel tot geestelijke prestaties beschikken; mannen en vrouwen die meer of minder contact hebben met hun inwonende Richter; leden van de verschillende korpsen der bestemmingsreservisten. Ongeacht de cirkel waar een mens zich bevindt, worden aan deze individuele mens onmiddellijk persoonlijke serafijnen toegewezen wanneer hij wordt opgenomen in een van de verschillende korpsen van bestemmingsreservisten, en vanaf dat tijdstip totdat de aardse loopbaan is afgesloten, zal deze sterveling de voortdurende bijstand en onophoudelijke wakende zorg van een beschermengel genieten. En wanneer een mens de allerhoogste beslissing neemt, wanneer er een werkelijke verloving met de Richter plaatsvindt, wordt aan die ziel eveneens onmiddellijk een persoonlijke behoeder toegewezen.

113:1.6

Bij het dienstbetoon aan zogenoemde normale mensen worden serafijnen aangesteld overeenkomstig de cirkels van intellectualiteit en geestelijkheid die de mens heeft bereikt. Met het bewustzijn waarmee ge als sterveling zijt toegerust begint ge in de zevende cirkelgang en reist ge binnenwaarts bij de taak van het verwerven van zelfkennis, zelfoverwinning en zelfbeheersing; ge vordert van cirkelgang tot cirkelgang totdat ge—wanneer uw loopbaan niet door de natuurlijke dood wordt beëindigd en uw worstelingen zich naar de woningwerelden verplaatsen—de eerste, of binnenste cirkel bereikt van relatief contact en relatieve gemeenschap met de inwonende Richter.

113:1.7

Bij mensen in de aanvangs- of zevende cirkel wordt één beschermengel met één compagnie assisterende cherubijnen aangesteld voor de wakende zorg voor en hoede van duizend stervelingen. In de zesde cirkel wordt een serafijns paar met één compagnie cherubijnen aangesteld om deze stervelingen in opklimming in groepen van vijfhonderd te geleiden. Wanneer de vijfde cirkel wordt bereikt, wordt ge in compagnieën van ongeveer honderd mensen samengebracht, en onder de verantwoording van één serafijns behoederspaar met een groep cherubijnen geplaatst. Bij het bereiken van de vierde cirkel worden stervelingen verzameld in groepen van tien, en komen zij wederom onder de hoede van één serafijnenpaar, bijgestaan door één compagnie cherubijnen.

113:1.8

Wanneer een sterfelijk bewustzijn door de traagheid van zijn dierlijke erfenis heenbreekt en de derde cirkel van menselijke intellectualiteit en verworven geestelijkheid bereikt, zal zich een persoonlijke engel (in werkelijkheid twee) vanaf dat moment geheel en uitsluitend aan deze opklimmende sterveling wijden. En zo ontvangen deze menselijke zielen, naast de immer aanwezige en steeds efficiëntere inwonende Gedachtenrichters, ook de ongedeelde hulp van deze persoonlijke bestemmingsbehoeders bij al hun inspanningen om de derde cirkelgang af te ronden, de tweede te doorlopen en de eerste te bereiken.


◄ 113:0
 
113:2 ►