◄ 112:6
Verhandeling 112
113:0 ►

De overleving van persoonlijkheid

7. De fusie met de Richter

112:7.1

De fusie met de Gedachtenrichter verstrekt de persoonlijkheid eeuwige actualiteiten die voorheen slechts potentieel waren. Van deze nieuwe schenkingen mogen wij u hier melden: de bestendiging van de kwaliteit van goddelijkheid, de ervaring met en herinnering aan de verleden eeuwigheid, onsterfelijkheid, en een fase van gekwalificeerde, potentiële absoluutheid.

112:7.2

Wanneer uw aardse loopbaan in tijdelijke gedaante is afgelopen, zult ge aan de kusten van een betere wereld ontwaken en uiteindelijk zult ge in een eeuwige omarming verenigd worden met uw getrouwe Richter. Deze fusie nu vormt het mysterie van het eenmaken van God en mens, het mysterie van de evolutie van eindige schepselen, maar het blijft eeuwig waar. Fusie is het geheim van de heilige wereld van Ascendington, en geen enkel schepsel, behalve hij die de fusie met de geest van de Godheid heeft ervaren, kan de ware betekenis vatten van de actuele waarden die worden vereend wanneer de identiteit van een schepsel uit de tijd voor eeuwig één wordt met de geest van de Paradijs-Godheid.

112:7.3

De fusie met de Richter wordt gewoonlijk bewerkstelligd terwijl de opklimmende mens nog in zijn plaatselijk stelsel verblijft. Zij kan ook plaatsvinden op de planeet van geboorte als een transcenderen van de natuurlijke dood, zij kan plaatsvinden op elk der woningwerelden of op het hoofdkwartier van het stelsel, zij kan zelfs worden uitgesteld tot de tijd van het verblijf in de constellatie, of in speciale gevallen pas worden geconsummeerd wanneer de opklimmende zich op de hoofdwereld van het plaatselijk universum bevindt.

112:7.4

Wanneer de fusie met de Richter tot stand is gebracht, loopt de eeuwige loopbaan van zulk een persoonlijkheid geen enkel toekomstig gevaar meer. Hemelse wezens worden tijdens een lange ervaring getoetst, maar stervelingen maken op de evolutionaire en de morontia-werelden een betrekkelijk korte maar intensieve toetsingsperiode door.

112:7.5

De fusie met de Richter vindt nimmer plaats voordat de mandaten van het superuniversum te kennen hebben gegeven dat de menselijke natuur finaal en onherroepelijk heeft gekozen voor de eeuwige loopbaan. Dit is de machtiging tot éénwording die wanneer zij wordt verleend, voor de gefuseerde persoonlijkheid de vergunning vormt om uiteindelijk de grenzen van het plaatselijk universum achter zich te laten en te eniger tijd door te gaan naar het hoofdkwartier van het superuniversum, waar de pelgrim uit de tijd in de verre toekomst door een seconafijn zal worden opgenomen voor de lange vlucht naar het centrale universum Havona en het Godheidsavontuur.

112:7.6

Op de evolutionaire werelden is de zelfheid materieel; zij is een ding in het universum en als zodanig onderworpen aan de wetten van het materiële bestaan. Zij is een feit in de tijd en is responsief op de wisselvalligheden daarvan. Overlevingsbeslissingen moeten hier geformuleerd worden. In de morontia-staat is het zelf een nieuwe, bestendiger universum-werkelijkheid geworden, en is zijn voortgaande groei gegrond op een steeds betere afstemming op de bewustzijns- en geest-circuits van de universa. Overlevingsbeslissingen worden nu bevestigd. Wanneer het zelf het geestelijke niveau bereikt, is het een stabiele waarde in het universum geworden, en deze nieuwe waarde is gegrond op het feit dat er overlevingsbeslissingen zijn genomen, een feit waarvan de eeuwige fusie met de Gedachtenrichter heeft getuigd. En nu de mens de status van een ware waarde in het universum heeft bereikt, krijgt hij potentieel de vrijheid om de hoogste universum-waarde—God—te gaan zoeken.

112:7.7

Dergelijke gefuseerde wezens zijn tweevoudig in hun reacties op het universum: zij zijn afzonderlijke morontia-wezens die in velerlei opzicht op serafijnen lijken, en ook wezens die qua potentieel behoren tot de orde van de volkomenen van het Paradijs.

112:7.8

Het gefuseerde individu is echter werkelijk één persoonlijkheid, één wezen, wiens eenheid elke poging tot analyse door welke universum-intelligentie dan ook weerstaat. En zo zult ge, nadat ge voor alle rechtbanken van het plaatselijk universum zijt verschenen, van de laagste tot de hoogste, en geen daarvan in staat is geweest de mens of de Richter los van elkaar te identificeren, eindelijk voor de Soeverein van Nebadon geleid worden, voor uw Vader in het plaatselijk universum. En daar zult ge, uit handen van het wezen wiens creatieve vaderschap in dit universum in de tijd het feit van uw leven mogelijk heeft gemaakt, de geloofsbrieven ontvangen die u het recht geven om uiteindelijk te beginnen aan uw loopbaan in het superuniversum, op zoek naar de Universele Vader.

112:7.9

Heeft de zegevierende Richter persoonlijkheid verworven door zijn schitterende diensten aan het mensdom, of heeft de heldhaftige mens onsterfelijkheid verworven door zijn oprechte pogingen om Richter-gelijkheid te bereiken? Geen van beide is het geval; samen hebben zij echter de evolutie bereikt van een lid van één van de unieke orden der opklimmende persoonlijkheden van de Allerhoogste, iemand die immer dienstbaar, getrouw en bekwaam bevonden zal worden, een kandidaat voor verdere groei en ontwikkeling, iemand die immer hoger gaat en nooit zijn verheven opgang opgeeft totdat de zeven circuits van Havona zijn doorlopen en de vroegere ziel van aardse oorsprong in aanbiddende herkenning staat voor de actuele persoonlijkheid van de Vader op het Paradijs.

112:7.10

Gedurende deze gehele schitterende opklimming is de Gedachtenrichter het goddelijke onderpand voor de toekomstige, volledige, geestelijke stabilisatie van de opklimmende sterveling. Ondertussen verschaft de aanwezigheid van de vrije wil van de sterveling aan de Richter een eeuwig kanaal voor de vrijmaking van de goddelijke, oneindige natuur. Nu zijn deze twee identiteiten één geworden; geen gebeurtenis in tijd of eeuwigheid kan de mens en de Richter ooit nog scheiden: zij zijn onafscheidelijk, voor eeuwig gefuseerd.

112:7.11

Op de werelden waar fusie met de Richter plaatsvindt, is de bestemming van de Geheimnisvolle Mentor identiek met die van de opklimmende sterveling—het Paradijs-Korps der Volkomenheid. Noch de Richter noch de sterveling kan dit unieke doel dan ook bereiken zonder de volle medewerking en trouwe hulp van de ander. Dit buitengewone partnerschap is één van de fascinerendste en verbazingwekkendste van alle kosmische verschijnselen in dit universum-tijdperk.

112:7.12

Vanaf het moment van de fusie met de Richter is de status van de opklimmende die van het evolutionaire schepsel. Het menselijke lid heeft het eerst persoonlijkheid verkregen en is daarom hoger in rang dan de Richter, in alle zaken die betrekking hebben op de erkenning van persoonlijkheid. Het Paradijs-hoofdkwartier van dit gefuseerde wezen is Ascendington, niet Divinington, en deze unieke combinatie van God en mens heeft gedurende de gehele weg omhoog tot aan het Korps der Volkomenheid de rang van opklimmende sterveling.

112:7.13

Wanneer een Richter eenmaal fuseert met een opklimmende sterveling, wordt het nummer van deze Richter uit de registers van het superuniversum geschrapt. Wat er gebeurt met de registers van Divinington weet ik niet, maar ik vermoed dat de registratie van deze Richter wordt overgebracht naar de geheime cirkels van de binnenhoven van Grandfanda, het waarnemend hoofd van het Korps der Volkomenheid.

112:7.14

In de fusie met de Richter heeft de Universele Vader zijn belofte vervuld om zichzelf aan zijn materiële schepselen te geven; hij heeft de belofte vervuld en het plan geconsummeerd om de mensheid voor eeuwig goddelijkheid te verlenen. Nu begint de inspanning van de mens om de onbeperkte mogelijkheden die inherent zijn aan het verheven partnerschap met God dat aldus een feit is geworden, de realiseren en te actualiseren.

112:7.15

De thans bekende bestemming van tot overleving gekomen stervelingen is het Paradijs-Korps der Volkomenheid; dit is eveneens het bestemmingsdoel van alle Gedachtenrichters die in een eeuwige verbintenis worden verenigd met hun sterfelijke metgezellen. Momenteel werken de Paradijs-volkomenen aan vele ondernemingen in heel het groot universum, doch wij allen veronderstellen dat zij andere, nog verhevener taken krijgen te vervullen in de verre toekomst, wanneer de zeven superuniversa bestendigd zullen zijn in licht en leven en wanneer de eindige God eindelijk te voorschijn zal zijn getreden uit het mysterie dat deze Allerhoogste Godheid thans nog omhult.

112:7.16

Ge zijt tot op zekere hoogte geïnstrueerd inzake de organisatie en personele bezetting van het centrale universum, de superuniversa, en de plaatselijke universa: er is u iets medegedeeld over het karakter en de oorsprong van sommigen van de veelsoortige persoonlijkheden die thans deze wijdverbreide scheppingen besturen. Er is u ook medegedeeld dat er thans enorme galac- tische stelsels van universa georganiseerd worden ver buiten de periferie van het groot universum, in het eerste niveau van de buiten-ruimte. In de loop van deze verhandelingen is u ook zij- delings te kennen gegeven dat de Allerhoogste zijn ongeopenbaarde tertiaire functie zal onthullen in deze thans nog niet in kaart gebrachte gebieden der buiten-ruimte; bovendien is u gezegd dat de volkomenen van het Paradijs-Korps de experiëntiële kinderen zijn van de Allerhoogste.

112:7.17

Wij geloven dat de met hun Richter gefuseerde stervelingen samen met hun volkomen metgezellen bestemd zijn om op enige wijze te functioneren in het bestuur van de universa in het eerste niveau der buiten-ruimte. Wij zijn er geheel van overtuigd dat deze enorme galactische stelsels te hunner tijd bewoonde universa zullen worden. En wij zijn er even zeker van dat onder de bestuurders daarvan de Paradijs-volkomenen zullen worden aangetroffen, wier natuur het kosmische gevolg is van de versmelting van het schepsel en de Schepper.

112:7.18

Welk een avontuur! Welk een romantiek! Een gigantische schepping die bestuurd zal worden door de kinderen van de Allerhoogste, deze gepersonaliseerde, vermenselijkte Richters, deze verRichterde, vereeuwigde stervelingen, deze geheimnisvolle combinaties en eeuwige associaties van de hoogste bekende manifestatie van het wezen van de Eerste Bron en Centrum en de laagste vorm van intelligent leven die in staat is de Universele Vader te begrijpen en te bereiken. Wij stellen ons voor dat zulke versmolten wezens, zulke partnerschappen van Schepper en schepsel, voortreffelijke regeerders, weergaloze bestuurders, begripvolle en meevoelende leiders zullen worden van alle mogelijke vormen van intelligent leven die overal in deze toekomstige universa van het eerste niveau der buiten-ruimte tot aanzijn zullen komen.

112:7.19

Het is waar dat gij stervelingen van aardse, dierlijke oorsprong zijt: uw lichaam is inderdaad stof. Maar indien ge dit daadwerkelijk wilt, indien ge het werkelijk verlangt, is de erfenis der eeuwen zeker de uwe en zult ge eens overal in de universa dienen in uw ware gedaante—kinderen van de Allerhoogste God der ervaring en goddelijke zonen van de Paradijs-Vader van alle persoonlijkheden.

112:7.20

[Aangeboden door een Solitaire Boodschapper van Orvonton.]


◄ 112:6
 
Verhandeling 113 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.