◄ 110:2
Verhandeling 110
110:4 ►

De betrekking van Richters tot individuele stervelingen

3. Samenwerking met de Richter

110:3.1

Richters spelen het heilige, prachtige spel der eeuwen; zij zijn een der allerhoogste avonturen in tijd en ruimte aangegaan. En hoe gelukkig zijn zij niet wanneer uw medewerking het hun mogelijk maakt u bij te staan in uw korte worsteling in de tijd, terwijl zij hun meeromvattende taken der eeuwigheid blijven uitvoeren. Wanneer uw Richter met u tracht te communiceren, gaat de boodschap echter gewoonlijk verloren in de materiële onderstromen binnen de energiestromingen van het menselijk bewustzijn; slechts af en toe kunt ge een echo, een zwakke, verre echo, van de goddelijke stem opvangen.

110:3.2

Het welslagen van uw Richter in de onderneming om u door het sterfelijke leven heen te loodsen en uw overleving tot stand te brengen, hangt niet zozeer af van de theorieën die ge aanhangt, als wel van uw beslissingen, besluiten en standvastig geloof. Al deze stappen in de groei van uw persoonlijkheid worden krachtige invloeden die uw voortgang bevorderen, omdat zij u helpen mee te werken met de Richter: zij helpen u uw weerstand te laten varen. Gedachtenrichters slagen in hun aardse ondernemingen, of falen daar ogenschijnlijk in, naar de mate waarin stervelingen erin slagen of falen mee te werken met het plan volgens hetwelk zij vooruit moeten worden gebracht op het opwaartse pad dat naar het bereiken van volmaaktheid voert. Het geheim van de overleving schuilt in het allerhoogste verlangen van de mens om zoals God te zijn, en in zijn daarmee gepaard gaande bereidheid om al het mogelijke te doen en te zijn dat van wezenlijk belang is voor het uiteindelijk bereiken van datgene waarnaar zijn alles overheersend verlangen uitgaat.

110:3.3

Wanneer wij spreken van het welslagen of het falen van een Richter, spreken wij in termen van de overleving van een mens. Richters falen nooit; zij maken deel uit van de goddelijke essentie en komen altijd triomferend uit elk van hun ondernemingen tevoorschijn.

110:3.4

Ik kan niet nalaten op te merken dat zo velen van u veel tijd en aandacht besteden aan onbelangrijke kleinigheden des levens, terwijl ge de meer essentiële realiteiten van eeuwig belang bijna geheel over het hoofd ziet—juist die prestaties die betrekking hebben op de ontwikkeling van een meer harmonische werkovereenkomst tussen u en uw Richter. Het belangrijkste doel van het menselijk bestaan is om afgestemd te raken op de goddelijkheid van de inwonende Richter; de belangrijkste prestatie in het leven van een sterveling is het bereiken van ware, begripvolle toewijding aan de eeuwige doeleinden van de goddelijke geest die binnen uw bewustzijn wacht en werkt. Een toegewijd, vastberaden pogen om uw eeuwige bestemming te verwezenlijken laat zich echter heel goed verenigen met een onbezorgd en blijmoedig leven en met een geslaagde, eervolle loopbaan op aarde. Samenwerking met de Gedachtenrichter brengt geen zelfkwelling met zich mee, geen voorgewende vroomheid of hypocriet vertoon van zelfvernedering: het ideale leven is meer een leven van liefdevol dienen dan een bestaan vol zorg en vrees.

110:3.5

Verwarring, een toestand van onzekerheid, soms zelfs van ontmoediging en verbijstering, behoeft niet noodzakelijkerwijs te duiden op weerstand tegen de leiding van de inwonende Richter. Attitudes als deze kunnen soms duiden op een gebrek aan actieve medewerking met de goddelijke Mentor en kunnen derhalve de geestelijke vooruitgang enigszins vertragen, maar dergelijke verstandelijke emotionele moeilijkheden belemmeren geenszins de zekere overleving van de Godkennende ziel. Onwetendheid op zichzelf kan nooit de overleving verhinderen, en evenmin is dit het geval met uit verwarring voortkomende twijfel en angstige onzekerheid. Alleen welbewuste weerstand tegen de leiding van de Richter kan de overleving van de evoluerende onsterfelijke ziel verhinderen.

110:3.6

Ge moet de samenwerking met uw Richter niet als een bijzonder bewust proces zien, want dat is het niet; uw motieven en uw beslissingen, uw trouw aan uw vaste voornemens en uw allerhoogste verlangens, vormen echter een wezenlijke en doeltreffende medewerking. Ge kunt bewust de harmonie met de Richter doen toenemen door:

110:3.7

1. te verkiezen gehoor te geven aan de goddelijke leiding; eerlijk en oprecht uw diepste besef van waarheid, schoonheid en goedheid tot grondslag te maken van uw menselijk leven en deze kwaliteiten van goddelijkheid vervolgens te coördineren door wijsheid, godsverering, geloof en liefde.

110:3.8

2. God lief te hebben en te verlangen om zoals hij te zijn—echte erkenning van het goddelijke vaderschap en liefdevolle aanbidding van de hemelse Vader.

110:3.9

3. De mensen lief te hebben en van ganser harte te verlangen hen te dienen—de oprechte erkenning van de broederschap der mensen, gekoppeld aan intelligente, wijze genegenheid voor elk van uw medestervelingen.

110:3.10

4. Vreugdevolle aanvaarding van het kosmische burgerschap—de oprechte erkenning van uw toenemende verplichtingen jegens de Allerhoogste en het besef van de wederzijdse afhankelijkheid van de evolutionaire mens en de evoluerende Godheid. Dit betekent de geboorte van kosmische moraliteit en het dagende besef van universele verplichtingen.


◄ 110:2
 
110:4 ►