◄ 109:2
Verhandeling 109
109:4 ►

De betrekking van Richters tot universum-schepselen

3. De betrekking van Richters tot de verschillende typen stervelingen

109:3.1

Het karakter van het gedetailleerde werk van Geheimnisvolle Mentoren varieert overeenkomstig hun aanstelling, naargelang zij al of niet verbindings—of fusie—Richters zijn. Sommige Richters worden slechts aan hun subject geleend voor de duur van diens tijdelijke leven; anderen worden verleend als persoonlijkheidskandidaten, met toestemming voor eeuwige fusie indien hun subjecten tot overleving komen. Er bestaat eveneens een lichte variatie in hun werk bij de verschillende planetaire typen, alsook in de verschillende stelsels en universa. Maar over het geheel genomen komt hun arbeid opmerkelijk veel overeen, meer dan het geval is met de taken van geschapen hemelse wezens van enige andere orde.

109:3.2

Op bepaalde primitieve werelden (de groep van serie één) woont de Richter in het bewustzijn van het schepsel als een experiëntiële training, voornamelijk ten behoeve van zijn eigen progressieve ontwikkeling. Gewoonlijk worden er naar zulke werelden Maagdelijke Richters gezonden in vroege tijden, wanneer de primitieve mensen weliswaar in de vallei der beslissingen aankomen, doch slechts betrekkelijk weinigen de keuze zullen maken om de morele hoogten te bestijgen achter de heuvels van zelfbeheersing en karaktervorming, zodat zij de hogere niveaus van hun wordende geestelijkheid kunnen bereiken. (Velen echter, die er niet in slagen met de Richter te fuseren, overleven als met de Geest-gefuseerde opklimmenden). De Richters ontvangen waardevolle scholing en doen prachtige ervaring op gedurende hun tijdelijke partnerschap met het primitieve bewustzijn, en zij kunnen deze ervaring nadien gebruiken ten voordele van hogere wezens op andere werelden. In het ganse uitgestrekte universum gaat nooit iets verloren dat overlevingswaarde heeft.

109:3.3

Op een ander type werelden (de groep van serie twee) worden de Richters slechts aan stervelingen geleend. Hier kunnen de Mentoren nooit fusie-persoonlijkheid bereiken door deze inwoning, doch zij verlenen hun menselijke subjecten wel veel bijstand gedurende hun sterfelijke leven, veel meer dan zij de stervelingen op Urantia kunnen geven. De Richters worden daar aan de stervelingen geleend voor de duur van een enkel leven, als een patroon voor het hogere geestelijke niveau dat dezen kunnen bereiken, als tijdelijke helpers bij de boeiende taak van de vervolmaking van een overlevingskarakter. De Richters keren niet terug na de natuurlijke dood: deze overlevende stervelingen bereiken eeuwig leven door fusie met de Geest.

109:3.4

Op werelden zoals Urantia (de groep van serie drie) vindt een werkelijke verloving plaats met de goddelijke geschenken, een engagement in leven en sterven. Indien ge tot overleving komt, zal er een eeuwige verbintenis plaatsvinden, een eeuwige fusie, waardoor de mens en de Richter tot één wezen worden gemaakt.

109:3.5

In de stervelingen met drie hersenstelsels van deze serie werelden, kunnen de Richters gedurende het tijdelijke leven veel beter daadwerkelijk contact krijgen met hun subjecten dan in de soorten met één of twee hersenstelsels. In de loopbaan na de dood gaat het type stervelingen met drie hersenstelsels echter op dezelfde wijze verder als het soort met één hersenstelsel en de mensen met twee hersenstelsels—de geslachten op Urantia.

109:3.6

Op de werelden waar de stervelingen twee hersenstelsels hebben, worden nadat daar een geschonken Zoon uit het Paradijs heeft verbleven, zelden maagdelijke Richters toegewezen aan personen die de onbetwistbare capaciteit hebben tot overleving. Wij zijn van mening dat op zulke werelden praktisch alle Richters die in intelligente mannen en vrouwen met de capaciteit tot overleven wonen, tot het gevorderde of tot het allerhoogste type behoren.

109:3.7

Onder vele vroege evolutionaire rassen op Urantia bestonden er drie groepen mensen. Er waren mensen die zo animaal waren, dat zij volstrekt niet in staat waren Richters te herbergen. Dan was er de groep mensen bij wie ongetwijfeld Richters konden inwonen en die dezen dan ook ontvingen zodra zij de leeftijd van morele verantwoordelijkheid bereikten. Een derde klasse nam een grenspositie in: deze had wèl het vermogen om een Richter te ontvangen, maar de Mentoren konden alleen in hun bewustzijn komen wonen op het persoonlijke verzoek van de individuele mens.

109:3.8

Maar bij de mensen die praktisch niet voor overleving in aanmerking kunnen komen, omdat zij door toedoen van ongeschikte of inferieure voorouders erfelijk zijn misdeeld, hebben vele maagdelijke Richters diensten verricht en waardevolle voorbereidende ervaringen opgedaan in het contact maken met het evolutionaire bewustzijn, waardoor zij zich beter hebben bekwaamd voor een volgende aanstelling in een hoger type bewustzijn op een andere wereld.


◄ 109:2
 
109:4 ►