◄ 0:5
Voorwoord
0:7 ►

Voorwoord

VI. Energie en Patroon

0:6.1

Al wat reageert op het persoonlijksheidscircuit van de Vader noemen wij persoonlijk. Al wat reageert op het geest-circuit van de Zoon noemen wij geest. Al wat reageert op het bewustzijnscircuit van de Vereend Handelende Geest noemen wij bewustzijn, bewustzijn als een attribuut van de Oneindige Geest—bewustzijn in al zijn fasen. Al wat reageert op het materiële zwaartekrachtcircuit dat zijn centrum heeft aan de onderzijde van het Paradijs, noemen wij materie—energie-materie in al haar fasen van metamorfose.

0:6.2

ENERGIE hanteren wij als een alomvattende term, die voor de gebieden van geest, bewustzijn en materie wordt gebruikt. Paradijskracht wordt ook in deze ruime zin gebruikt. De term kracht wordt gewoonlijk slechts gebruikt ter aanduiding van het elektronische niveau van materiële of op de lineaire zwaartekracht reagerende materie in het groot universum. Kracht wordt ook gebruikt om soevereiniteit aan te duiden. Wij kunnen ons niet aansluiten bij uw algemeen aanvaarde definities van kracht en energie. Uw taal is zo arm, dat wij meervoudige betekenissen aan deze termen moeten toekennen.

0:6.3

Fysische energie is een term waarmee alle fasen en vormen van de verschijnselen van beweging, actie en potentiaal worden aangeduid.

0:6.4

Wanneer wij manifestaties van fysische energie bespreken, gebruiken wij in het algemeen de termen kosmische kracht, wordende energie, en universum-kracht. Deze worden dikwijls als volgt gehanteerd:

0:6.5

1. Kosmische kracht omvat alle energieën die voortkomen uit het Ongekwalificeerd Absolute maar nog niet reageren op de Paradijs-zwaartekracht.

0:6.6

2. Wordende energie omvat die energieën welke op de Paradijs-zwaartekracht reageren, maar nog niet op plaatselijke of lineaire zwaartekracht. Dit is het preëlektronische niveau van energie-materie.

0:6.7

3. Universum-kracht houdt alle vormen van energie in die rechtstreeks reageren op de lineaire zwaartekracht, terwijl zij blijven reageren op de Paradijs-zwaartekracht. Dit is het elektronische niveau van energie-materie en alle latere ontwikkelingen daarvan.

0:6.8

Bewustzijn is een verschijnsel dat de tegenwoordigheid-activiteit impliceert van levend dienstbetoon naast gevarieerde energiesystemen; dit geldt op alle niveaus van intelligentie. Bij persoonlijkheden bemiddelt bewustzijn immer tussen geest en materie; derhalve wordt het universum verlicht door drie soorten licht: materieel licht, verstandelijk inzicht, en het lichten van geest.

0:6.9

Licht—het lichten van geest—is een woordsymbool, een stijlfiguur, waarmee de persoonlijkheidsmanifestatie wordt aangegeven die kenmerkend is voor geest-wezens van diverse orden. Deze lichtende emanatie staat in geen enkel opzicht in verband met verstandelijk inzicht of met de manifestaties van fysisch licht.

0:6.10

Een PATROON kan worden geprojecteerd als materieel, als geestelijk of mentaal, en in iedere combinatie van deze energieën. Het kan persoonlijkheden, identiteiten, entiteiten of niet-levende materie doordringen. Maar een patroon is een patroon en blijft een patroon; alleen kopieën worden vermenigvuldigd.

0:6.11

Een patroon kan energie wel configureren, maar het beheerst deze niet. Zwaartekracht is de enige beheersing van energie-materie. Noch de ruimte, noch een patroon reageert op zwaartekracht, maar er is geen verband tussen ruimte en patroon; de ruimte is noch een patroon noch een potentieel patroon. Een patroon is een configuratie van werkelijkheid welke de tol aan de zwaartekracht reeds volledig heeft betaald; de realiteit van ieder patroon bestaat uit zijn energieën, zijn componenten van bewustzijn, geest of materie.

0:6.12

In tegenstelling tot het aspect van het totaal, onthult het patroon het individuele aspect van energie en persoonlijkheid. Persoonlijkheidsof identiteitsgestalten zijn patronen die resulteren uit energie (fysische, geestelijke of mentale) doch daaraan niet inherent zijn. De eigenschap van energie of persoonlijkheid waardoor een patroon te voorschijn wordt geroepen, kan worden toegeschreven aan God—de Godheid—aan begiftiging met Paradijskracht, aan de coëxistentie van persoonlijkheid en kracht.

0:6.13

Een patroon is een grondontwerp waarvan kopieën worden gemaakt. Het Eeuwige Paradijs is het absolute van patronen; de Eeuwige Zoon is de patroon-persoonlijkheid; de Universele Vader is de rechtstreekse voorvader-bron van beide. Een patroon wordt echter niet door het Paradijs geschonken en persoonlijkheid kan niet door de Zoon worden verleend.


◄ 0:5
 
0:7 ►