◄ 0:12
Voorwoord
1:0 ►

Voorwoord

Dankbetuiging

0:13.1

Bij het opstellen van de navolgende verhandelingen die de beschrijving van het karakter van de Universele Vader en de natuur van zijn deelgenoten op het Paradijs tot onderwerp hebben, alsmede een poging tot beschrijving van het volmaakte centrale universum en de zeven superuniversa die het omringen, dienen wij ons te laten leiden door het mandaat van de regeerders van het superuniversum, waarbij ons wordt voorgeschreven ons bij onze inspanningen om waarheid te openbaren en essentiële kennis te coördineren, aldoor de voorkeur te geven aan de hoogste reeds bestaande menselijke denkbeelden die betrekking hebben op de te behandelen onderwerpen. Wij mogen slechts dan onze toevlucht nemen tot zuivere openbaring, wanneer het te behandelen begrip niet eerder op adequate wijze door het menselijk denken is uitgedrukt.

0:13.2

Achtereenvolgende planetaire openbaringen van goddelijke waarheid sluiten steeds de hoogste reeds bestaande opvattingen van geestelijke waarden in als onderdeel van de nieuwe, diepere coördinatie van de kennis op de planeet. Bij het opstellen van deze verhandelingen over God en zijn deelgenoten in het universum hebben wij dan ook als basis meer dan duizend menselijke begrippen uitgezocht, die de hoogste, meest geavanceerde planetaire kennis van geestelijke waarden en universum-betekenissen vormen. Waar deze door ons verzamelde menselijke begrippen van de Godkennende stervelingen van verleden en heden niet adequaat zijn om de waarheid te beschrijven zoals ons is opgedragen deze te openbaren, zullen wij niet aarzelen deze aan te vullen, en hiertoe gebruik maken van onze eigen grotere kennis van de realiteit en goddelijkheid van de Paradijs-Godheden en het transcendente universum waar zij resideren.

0:13.3

Wij zijn ons ten volle bewust van de moeilijkheden van onze taak; wij zien in dat het onmogelijk is om de taal der begrippen van goddelijkheid en eeuwigheid volledig om te zetten in de symbolen van de taal der eindige begrippen van het sterfelijke bewustzijn. Maar wij weten dat er in het menselijke bewustzijn een fragment van God woont, en dat de Geest van Waarheid bij de menselijke ziel verblijft, en wij weten voorts dat deze geest-krachten samenwerken teneinde de materiële mens in staat te stellen de realiteit van geestelijke waarden te vatten en de filosofie van universum-betekenissen te begrijpen. Maar nog zekerder weten wij dat deze geesten van de Goddelijke Tegenwoordigheid in staat zijn de mens te helpen bij zijn geestelijke toeëigening van alle waarheid die bijdraagt tot de verhoging van de zich immer ontwikkelende realiteit der persoonlijke religieuze ervaring—Godsbewustzijn.

0:13.4

[Gedicteerd door een Goddelijk Raadsman van Orvonton, Hoofd van het Korps Superuniversum-Persoonlijkheden dat is aangesteld om op Urantia de waarheid aangaande de Paradijs-Godheden en het universum van universa te beschrijven.]


◄ 0:12
 
Verhandeling 1 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.